Stand van zaken Wet herziening bedrag ineens

De Eerste Kamer is zover om de ‘Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen’ te behandelen. Onderdeel van de wet is het moment waarop werknemers een bedrag ineens kunnen laten uitbetalen. De van minister Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) heeft op 10 september 2024 al laten weten dat het wetsvoorstel niet eerder dan 1 juli 2025 in werking zal treden.

RVU-regeling

Sinds 2021 bestaat een tijdelijke regeling die het voor werknemers mogelijk maakt om eerder te stoppen met werken. Deze regeling houdt in dat een werkgever vertrekkende werknemers vanaf 36 maanden voor de AOW-leeftijd maximaal € 27.276 bruto per jaar (bedrag 2025 en bij volledige arbeidsduur) mag meegeven, zonder dat hij daarover de RVU-heffing van 52% aan de fiscus moet betalen.

Uitbetalingsmoment

Een belangrijk knelpunt in de Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen is de manier waarop en wanneer wordt uitbetaald, waarbij deelnemers het bedrag ineens in februari van het jaar na hun AOW-leeftijd konden opnemen. Pensioenuitvoerders hebben aangegeven dat dit zorgt voor veel complexiteit in de administratie, communicatie en keuzebegeleiding.
Met de pensioenuitvoerders is overlegd en daaruit zijn twee voorstellen tot aanpassing gedaan:

  1. de doelgroep die in aanmerking kan komen voor de mogelijkheid om de betaling uit te stellen;
  2. praktische aanpassingen in de uitkeringsstroom (de wijze waarop het pensioen over de tijd wordt verdeeld).

Op 18 maart wordt het voorstel in de Eerste Kamer besproken. Daaraan voorafgaand is er overleg met deskundigen uit het veld.