Buitenlands moederbedrijf neemt besluit over bonussysteem

Als de buitenlandse moeder van een Nederlandse onderneming een besluit neemt over het wijzigen van het bonussysteem wordt aan de OR niet om instemming gevraagd. Dat had wel gemoeten!

Wat eraan vooraf ging

Het geschil tussen de OR en de ondernemer gaat over een wijziging van de bonusregeling. Dit bonusprogramma gaf medewerkers vanaf functieschaal 8 aanvankelijk recht op een bonus in de vorm van geld. Toen de onderneming beursgenoteerd werd, werd de bonus uitgekeerd in de vorm van opties in de onderneming. Sinds eind 2021 is de onderneming een dochteronderneming geworden van een Amerikaans bedrijf. Sinds 2023 wordt de bonusregeling niet meer uitgevoerd, maar is bonussysteem van het Amerikaanse bedrijf ingevoerd.

Geen instemmingsrecht

Volgens de onderneming is dit besluit door de Amerikaanse moeder genomen voor alle ondernemingen in de wereld die onderdeel van het concern zijn.
De OR is niet blij met de ontwikkelingen en staat op het standpunt dat de wijziging van het beloningssysteem alleen met instemming van de OR doorgevoerd mag worden. De OR stapt naar de kantonrechter als er geen instemmingsrecht wordt toegekend, omdat het besluit niet door de ondernemer is genomen maar door de Amerikaanse moeder.

Oordeel kantonrechter

De kantonrechter oordeelt dat het besluit om bestaande bonussysteem te vervangen door dat van de Amerikaanse moeder een wijziging van het beloningssysteem is. Het gaat om een verandering van het beoordelingskader. Het oude systeem gaf medewerkers vanaf een bepaalde loonschaal een gegarandeerd recht op een bonus. Onder het Amerikaanse systeem zijn er voorwaarden die voorheen niet van kracht waren. Dat zijn voorwaarden als zoals een maximum aan het aantal te belonen medewerkers binnen een loonschaal en het beschikbare budget. Hierdoor zullen uiteindelijk minder medewerkers aanspraak kunnen maken op een bonus. Het besluit heeft daarom gevolgen voor de onderlinge rangorde en vormt een trendbreuk met het verleden. Kortom, er is sprake van een instemmingsplichtige aangelegenheid omdat het daadwerkelijk een gewijzigd beloningssysteem is.

Toerekening aan Nederlandse bestuurder

De kantonrechter oordeelt vervolgens dat het besluit weliswaar door de Amerikaanse moeder genomen is, maar in het kader van de WOR aan de Nederlandse bestuurder moet worden toegerekend. Die dient dan ook instemming aan de OR te vragen als hij het systeem van de Amerikaanse moeder wil invoeren. De Amerikaanse moeder moet rekening houden met de wetten en regels die in Nederland gelden, waaronder de Wet op de ondernemingsraden. De Nederlandse bestuurder kan zich niet beroepen op overmacht, omdat het besluit hoger in de organisatie genomen is.

Commentaar

De uitspraak maakt nogmaals duidelijk dat een in het buitenland genomen besluit aan de Nederlandse bestuurder van een Nederlandse onderneming moet worden toegerekend. En… het advies of de instemming van de ondernemingsraad moet er nog toe doen. Bij adviesplichtige besluiten moet het advies in bij het nemen van het definitieve besluit worden meegewogen en als een OR niet instemt, dan kan de bestuurder het aan hem opgedragen besluit alleen uitvoeren als hij van de kantonrechter vervangende toestemming heeft gekregen. Het is aannemelijk dat de OR van dit bedrijf niet zal instemmen met de nieuwe regeling, omdat die voor een deel van het personeel nadelig uitpakt.


  • Zelf de uitspraak van de kantonrechter lezen? Klik hier
  • Juridische ondersteuning nodig bij instemmingsverzoeken of bonusregelingen? Neem contact op
  • Als OR aan de slag met instemmingsverzoeken en bonusregelingen? Neem contact op