De termijn om beroep in te stellen bij de Ondernemingskamer

In de procedure bij de Ondernemingskamer in Amsterdam probeert de ondernemer zijn ondernemingsraad niet ontvankelijk te verklaren. Als dat zo is, dan kan de procedure bij de OK geen doorgang vinden. Advocaat Joost van Mierlo (de Voort Advocaten|Mediators) stak daar namens de ondernemingsraad een stokje voor.

Aanleiding

De ondernemer is Europees aan het reorganiseren en schrapt één functie in de NL-organisatie, maar doet dat uiteindelijk zonder daarvoor advies aan zijn ondernemingsraad te vragen. Deze leidinggevende stuurt zo’n 70 werknemers aan. De bestuurder laat door zijn advocaat uitzoeken of zijn besluit adviesplichtig is, en krijgt het antwoord dat dit niet het geval zou zijn. Volgens de ondernemer is het schrappen van de functie een logisch uitvloeisel van een in begin 2022 ingezette reorganisatie. Dáár zou de OR niet tegen geprotesteerd hebben.
De OR is een andere mening toegedaan en dient via van Mierlo een verzoekschrift in bij de OK. Ze willen dat het besluit wordt teruggedraaid en de al getroffen maatregelen ongedaan worden gemaakt.

Oordeel Ondernemingskamer

De OK zet de zaken op een rijtje:

  • 31-8-2022: de bestuurder besluit (op advies van zijn advocaat) dat er geen adviesaanvraag komt;
  • 8-9-2022: de OR laat aan de ondernemer weten dat het wél een adviesplichtige aangelegenheid betreft;
  • 30-9-2022: de bestuurder neemt zijn definitieve besluit zonder advies aan zijn OR te vragen;
  • 28-10-2022: de OR dient via de advocaat een beroepsschrift in bij de OK.

Beoordeeld wordt of het beroep tijdig is ingesteld. De WOR geeft precies één maand de tijd om beroep in te stellen. De OK oordeelt dat het beroep tijdig is ingesteld, want het definitieve besluit van de bestuurder is op 30 september aan de OR bekend gemaakt, en de OR heeft binnen één maand beroep tegen dát besluit aangetekend. Daarmee is de OR ontvankelijk in de OK-procedure.
Daarnaast oordeelt de OK dat het voorgenomen besluit wel degelijk adviesplichtig is, ondanks de research die het internationale advocatenkantoor van de ondernemer gedaan heeft.
De OR vindt dat er sprake is van een belangrijke wijziging in de organisatie, ook al gaat het om het laten vervallen van één functie. Deze leidinggevende geeft leiding aan de salesafdeling van de onderneming en geeft daardoor leiding aan zo’n 70 medewerkers. Het schrappen van de functie zou tot belangrijke wijzigingen in de taken van de salesmedewerkers hebben geleid. De OK neemt de argumentatie van de OR dan ook over. De bestuurder moet het besluit intrekken. De functie van Senior Solution Sales Manager is echter inmiddels al opgeheven en zijn taken zijn herverdeeld. De OK bepaalt dat het besluit uiterlijk op 1 augustus 2023 moet worden teruggedraaid.

Commentaar

Het is de ondernemer/bestuurder die verantwoordelijk is voor de adviesprocedure. In deze casus is er geen advies gevraagd en eiste de OR het terugdraaien van het zonder OR-advies genomen besluit. De OK berekent de beroepstermijn vanaf het definitieve besluit van de bestuurder (in dit geval het moment waarop die aan de OR laat weten het definitieve besluit genomen te hebben), en niet vanaf het moment waarop door de ondernemer besloten is dat er geen adviesaanvraag komt.
Er is natuurlijk alle kans dat het besluit uiteindelijk wel genomen gaat worden, maar niet eerder nadat eerst alles is teruggedraaid en de OR vervolgens eerst om advies heeft uitgebracht.


  • Zaaknummer: 200.318.133/01 OK.  De uitspraak is nog niet gepubliceerd
  • Als OR aan de slag met een reorganisatie? Stuur een e-mail