Wet bescherming klokkenluiders in Eerste Kamer aangenomen

Meer werkgevers een interne meldprocedure voor (vermoedens van) misstanden moeten hebben. Dat is het gevolg van het besluit door de Eerste Kamer om Wet bescherming klokkenluiders aan te nemen. De Wet vervangt op termijn de huidige Wet Huis voor klokkenluiders.

Interne verplichte meldprocedure

Gevolg van de nieuwe wet is dat elke onderneming van 50 of meer werknemers een verplichte interne meldprocedure moet hebben om maatschappelijke misstanden te melden. Dat zijn misstanden waardoor de samenleving als geheel gedupeerd wordt, bijvoorbeeld door fraude, omkoping, milieudelicten, kartelvorming e.d.

Onder de Wet bescherming klokkenluiders worden stagiairs en vrijwilligers die een vergoeding voor hun werkzaamheden ontvangen ook tot ‘werknemers’ gerekend, waardoor de ondergrens van 50 of meer werknemers voor het verplicht instellen van een interne meldprocedure eerder wordt gehaald.

Interne melden niet verplicht

Ondanks de intentie van de wetswijziging dat een interne melding van een misstand mogelijk moet zijn, kan een melder er ook voor kiezen om de melding rechtstreeks bij instanties als Huis voor klokkenluiders, de Autoriteit persoonsgegevens of de Autoriteit Financiële Markten te melden. De instanties moeten ook bescherming bieden aan de klokkenluider bij een melding van een (dreigende) misstand.

Er zijn door de wetswijzigingen de volgende wijzigingen ingevoerd:

  • Er komen strengere eisen voor de interne meldprocedures. Zo werkgevers moeten vastleggen op welke manier een melding kan worden gedaan en tijdig actie ondernemen na een melding; de melder moet binnen zeven dagen een ontvangstbevestiging en binnen drie maanden informatie over de beoordeling en eventuele opvolging van zijn melding krijgen. Ook moeten werkgevers meldingen registreren in een speciaal register;
  • Melders moeten ook anoniem bij de werkgever kunnen melden;
  • Misstanden kunnen door iedereen gemeld worden die met de organisatie te maken heeft. Dus ook bijvoorbeeld sollicitanten, vrijwilligers, zzp’ers en aandeelhouders of klanten.
  • De bewijslast bij vermeende benadeling na een melding wordt omgekeerd. Die verschuift naar de werkgever. Hij moet dus aantonen dat de mogelijke benadeling (zoals het niet verlengen van het contract van een klokkenluider) geen verband houdt met de melding. Voorheen moest de melder zelf aantonen dat zijn ontslag wél met zijn klokkenluidersmelding te maken heeft;
  • Er komt een specifiek verbod op zwijgbedingen voor klokkenluiders. Is er toch zo’n beding, dan is dit nietig. Een melder moet dus naar buiten kunnen treden met zijn melding.

De Tweede Kamer heeft destijds vooruitlopend op invoering van de wet een paar moties aangenomen. Zo wil de Kamer de instelling van een fonds voor juridische en psychosociale ondersteuning van klokkenluiders en de Kamer wil nog voor de zomer van het kabinet horen hoe de financiering van dat fonds eruit komt te zien. Ook wil de Kamer dat de evaluatie van de lopende pilots voor psychosociale en juridische ondersteuning van melders tussentijds plaatsvindt, in plaats van aan het einde van de looptijd van twee jaar.

Rol van de ondernemingsraad

De ondernemingsraad (OR) heeft instemmingsrecht bij de invoering, wijziging of intrekking van een klokkenluidersregeling (artikel 27, 1e lid, onderdeel m). Elke onderneming met een OR moet verplicht nu al een klokkenluidersregeling hebben. Die regeling moet dus aangepast worden.

Als een organisatie geen interne meldprocedure (terwijl dit wel moet) heeft of die regeling voldoet deze niet aan de wettelijke eisen, dan kan de OR (en iedere belanghebbende werknemer) de kantonrechter verzoeken om een termijn te bepalen waarbinnen de werkgever alsnog moet voldoen aan zijn verplichtingen. Voor werkgevers die niet verplicht zijn om een OR in te stellen, geldt dat die instemming moeten hebben van de meerderheid van de werknemers bij de vaststelling van de – in dat geval vrijwillige – interne meldprocedure. Die verplichting geldt niet als de meldprocedure is geregeld bij cao.

De invoeringsdatum van de Wet is nog onbekend.