Bestuurder schrapt R&D-afdeling, OR stapt naar de OK
De Nederlandse bestuurder van een internationaal concern wil de research- en developmentafdeling (R&D) van Nederland naar Zweden verplaatsen. Daarmee gaan 8 arbeidsplaatsen verloren: van de 11 huidige R&D-medewerkers krijgen er 2 een andere functie, en is voor 1 medewerker de functie onveranderd. Er ontstaan meningsverschillen tussen OR en bestuurder over de toepassing van het adviesrecht. Uiteindelijk moet de Ondernemingskamer eraan te pas komen.
Eerst een besluit zonder advies te vragen
De OR krijgt een PowerPointpresentatie over het verplaatsen van de afdeling naar het moederbedrijf in Zweden. De nieuwe technologische ontwikkelingen en verbetering van bestaande producten vragen om bundeling van budgetten en arbeidskrachten op één plek. De afdeling in Zweden is daar al mee bezig. De OR claimt met succes adviesrecht voor dit besluit, want er is in eerste instantie geen advies aan de OR gevraagd. Als er uiteindelijk een adviesaanvraag komt, adviseert de OR vervolgens negatief. Daarop krijgt de OR het definitieve besluit van de bestuurder: de reorganisatie wordt doorgezet. Hij gaat in die brief in op de bezwaren van de OR en heeft ook de afvloeiingsregeling – op advies van de OR – heroverwogen en verbeterd. De OR stapt – in een poging de afdeling te behouden – naar de Ondernemingskamer: de bestuurder heeft niet in redelijkheid tot zijn besluit kunnen komen.
Oordeel Ondernemingskamer
De Ok is het niet eens met de OR over hun klacht dat er geen wezenlijke invloed van de OR is geweest t.a.v. het besluit om R&D naar Zweden over te plaatsen. Weliswaar is er eerst een besluit genomen zonder dat daarvoor advies is gevraagd, maar dat besluit is ingetrokken en vervolgens is er wél advies gevraagd. Daarbij komt ook dat de bestuurder in zijn definitieve besluit voldoende gemotiveerd heeft waarom de afdeling overgeplaatst moet worden. Ook is – gemotiveerd en wel – door de bestuurder ingegaan op de alternatieven die door de OR zijn aangedragen en waarom die niet zijn overgenomen. Twee R&D-afdelingen zijn te duur, het is efficiënter de productontwikkeling door één afdeling uit te voeren. Ook ziet de OK dat door de aan de wens van de OR aangepaste afvloeiingsregeling dat de adviesprocedure juist verlopen is en de bestuurder zijn door de OR bestreden besluit in redelijkheid genomen heeft.
Commentaar
De OK toetst vooral of de spelregels van het adviesrecht op een juiste manier gevolgd zijn. Daarbij wordt voorkomen dat de rechter op de stoel van de ondernemer zit; dus er komt geen uitspraak over het besluit zelf, maar vooral over de manier waarop het besluit – inclusief de rol van de OR – tot stand gekomen is. Van de OK hoeft geen uitspraak verwacht te worden over het terecht of niet terecht overplaatsen van de R&D-afdeling naar Zweden.
- Zelf de uitspraak lezen? Klik hier
- Als OR aan de slag met een reorganisatie? Stuur een e-mail