Vakbond heeft recht om over cao te onderhandelen
Er is tot aan de Hoge Raad over geprocedeerd, maar de slotconclusie is dat het eerdere oordeel van het gerechtshof in stand blijft. In dit geval ging het over het – al dan niet – hebben van het recht om als vakbond FNV voor het personeel van TUI te mogen onderhandelen over de cao.
Onderhandelen niet verplicht, tenzij…
Als uitgangspunt geldt dat een werkgever wettelijk niet verplicht is om met een vakbond te onderhandelen over collectieve arbeidsvoorwaarden. Een werkgever of werkgeversvereniging mag in beginsel zelf bepalen of, en zo ja met wie, over collectieve arbeidsvoorwaarden wil overleggen en onderhandelen. Maar een weigering van een werkgever om met een vakbond te onderhandelen over een cao kan maatschappelijk onzorgvuldig zijn en daarmee ook onrechtmatig. Het is uiteindelijk de rechter die toetst – met over en weer het afwegen van belangen – of in een concreet geval een weigering tot overleg en onderhandeling als onrechtmatig wordt gezien.
Representativiteit
De representativiteit en deskundigheid van de vakbond en het belang dat onderhandelingen over primaire arbeidsvoorwaarden gevoerd worden door onderhandelaars die onafhankelijk zijn ten opzichte van de werkgever. Is een belangrijk criterium, evenzo of er bij de werknemers draagvlak is voor de manier waarop er over de primaire arbeidsvoorwaarden wordt onderhandeld. De rechter toetst ook de omvang van de bezwaren van de werkgever die hij heeft tegen het onderhandelen met de vakbond.
Hoge Raad volgt oordeel gerechtshof
Het gerechtshof heeft geoordeeld dat de FNV voldoende representatief is, en de TUI dan ook niet kan weigeren om met deze bond te onderhandelen. Een arbeidsvoorwaardenregeling die met de OR is afgesloten legt het op een paar punten af ten opzichte van een cao die met de bonden is afgesproken. Zo heeft de vakbond het stakingsrecht en kan daarmee druk uitoefenen op de werkgever. De OR heeft die mogelijkheden niet. Bovendien heeft de OR óók als taak om de belangen van de onderneming mee te laten wegen in hun oordeel.
Weliswaar heeft het gerechtshof haar oordeel gegeven op een ander uitgangspunt, maar dat maakt het eindelijke oordeel niet onjuist. De Hoge Raad laat het oordeel van het hof in stand.
Commentaar
De Wet op de collectieve arbeidsovereenkomst is al bijna 100 jaar ongewijzigd van toepassing. Op 24-12-1927 is de wet van kracht geworden, en is sindsdien niet gewijzigd. In de wet wordt de cao afgesloten door ‘een of meer verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid van werknemers’. Uit de wet blijkt niet met zoveel woorden op welke gronden de werkgever of werkgeversvereniging dat overleg met de vakbond(en) mag weigeren. De Hoge Raad heeft daar nu wat meer duidelijkheid over gegeven. De werkgever moet het verzoek om te overleggen en te onderhandelen van een representatieve vakbond accepteren, ook als tot dusverre de arbeidsvoorwaarden met de ondernemingsraad zijn overeengekomen.
Belangrijk doel van een collectieve arbeidsovereenkomst is dat vergelijkebare werkgevers niet met elkaar op grond van arbeidsvoorwaarden met elkaar kunnen concurreren. Dat is zeker het geval las de cao ‘algemeen verbindend’ wordt verklaar door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Alle werkgevers in de branche moeten immers dezelfde arbeidsvoorwaarden hanteren.
- Zelf de uitspraak van de Hoge Raad lezen? Klik hier
- Juridische ondersteuning nodig bij problemen op het gebied van de mentale gezondheid? Neem contact op
- Als OR aan de slag met de aanpak van mentale gezondheid op het werk? Neem contact op