Slapend geld verdienen?

In sommige beroepen is een dienst waarin ook geslapen kan worden de gewoonste zaak van de wereld. De professionele brandweermensen weten niet beter en ook bij ambulancepersoneel komen deze diensten voor. Maar is de slaaptijd dan óók werktijd? De Hoge Raad deed uitspraak.

Wat eraan vooraf ging

Ambulancechauffeurs en -verpleegkundigen zijn in dienst van UAZ. UAZ onderhoudt een ambulancedienst in Noord-Nederland, waaronder op Vlieland, Terschelling en Schiermonnikoog. Er wordt onder meer met 24 uursdiensten gewerkt. Op deze Waddeneilanden bestaan die diensten uit twaalf uur ‘parate dienst’ (tussen 8.00 uur en 20.00 uur) en aansluitend twaalf uur ‘bereikbaarheidsdienst’ (van 20.00 uur tot 8.00 uur), waarbij de chauffeur of verpleegkundige op oproep beschikbaar moet zijn. Bij een spoedoproep moet – met een streeftijd van 2 minuten onmiddellijk reageren en naar de ambulance. De werknemers in de 24 uursdiensten kunnen op het eiland wonen en daar de bereikbaarheidsdienst thuis zijn of in appartement of hotel in de buurt van de ambulancepost doorbrengen.

Aanwezigheidsdienst

Op de vaste wal worden ook 24 uursdiensten verricht. Het tijdvak van 20.00 uur tot 8.00 uur wordt verplicht op de ambulancepost doorgebracht. De dienst wordt dan ook Daarom wordt deze dienst ‘aanwezigheidsdienst’ genoemd en geldt deze dienst als ‘arbeidstijd’ in de zin van de Arbeidstijdenrichtlijn (Richtlijn 2003/88/EG). Dat heeft tot gevolg dat deze dienst moet worden gevolgd door een rustperiode van minimaal 11 uur. Werknemers die woonachtig zijn (of zijn geweest) op het eiland, worden ook ingeroosterd voor 24 uursdiensten op de vaste wal. In dat geval geldt ook voor hen het tijdvak van 20.00 tot 8.00 uur als een aanwezigheidsdienst. Werknemers stellen zich op het standpunt dat de bereikbaarheidsdiensten die zij op de eilanden verrichten ook als ‘arbeidstijd’ moeten worden aangemerkt gelet op de beperkingen voor hun privéleven die zij daarvan ondervinden. De kantonrechter was het daarmee eens, maar in hoger beroep was het gerechtshof een andere mening toegedaan. Het hof heeft het in de Europese rechtspraak ontwikkelde criterium toegepast: hebben de aan de werknemer opgelegde verplichtingen ‘een objectieve en aanzienlijke impact’ op de mogelijkheid van de werknemer om zijn tijd tijdens het wachten op een eventuele oproep vrij in te vullen. Het hof heeft beslist dat in dit geval niet aan dat criterium is voldaan. De kwestie wordt in cassatie aan de Hoge Raad voorgelegd.

Oordeel Hoge Raad

De Hoge Raad (HR) haalt een uitspraak van het Europese Hof van Justitie (HvJ EU) aan dat indien de reactietijd in een zodanige impact heeft dat de werknemer objectief en aanzienlijk wordt beperkt in zijn mogelijkheden om tijdens zijn wachtdienstperioden zijn tijd vrij in te vullen, die perioden in principe integraal als arbeidstijd moeten worden beschouwd. Het aantal oproepen doet er niet toe. Ook als werknemers zelden opgeroepen worden.
Er zijn twee factoren die van invloed zijn op het oordeel van het hof:

  1. Werknemers moeten bij een oproep onmiddellijk reageren en binnen twee minuten in de ambulance zijn;
  2. Dat de reactietijd wordt gemonitord, en als die tijd niet wordt gehaald verantwoording moet worden afgelegd;

Volgens de HR heeft het hof geen rekening gehouden met de impact die een zeer korte reactietijd heeft op de mogelijkheden om tijdens de bereikbaarheidsdiensten de tijd vrij in te vullen. Volgens de HR volgt uit de rechtsspraak van het HvJ EU dat het hof dit wel had moeten doen. De stelling van werknemers dat de korte reactietijd hun mogelijkheden om tijdens de bereikbaarheidsdiensten hun tijd vrij in te vullen had niet verworpen moeten worden. Ook niet als de frequentie van oproepen laag is.

Dragen van uniform als belasting

De werknemers hebben het dragen van een uniform als belastende factor aangevoerd. Ze hebben bij een oproep geen tijd om te douchen en om te kleden. En omdat het uniform schoon, geur- en virusvrij moet zijn moeten ze daar bij het komen, sporten of werken in de tuin rekening mee houden.
Ook het dragen van een uniform vormt in deze omstandigheden een impact. De werknemers hebben onder meer aangevoerd dat zij tijdens bereikbaarheidsdiensten het uniform dragen waarin zij spoedeisende hulp verlenen, omdat zij na een oproep, gelet op de korte reactietijd, geen tijd hebben om eerst te douchen of zich te verkleden. De omstandigheid dat het uniform schoon, geur- en virusvrij moet zijn, brengt volgens de werknemers beperkingen mee, zoals bij eten bereiden of consumeren, sporten en tuinieren.

Pieperdruk

Het ambulancepersoneel heeft ook pieperdruk als argument voor de arbeidstijd aangedragen. Het HvJ EU oordeelt dat de onvoorspelbaarheid van de oproepen beperkend is voor de mogelijkheid waarover de werknemer beschikt om zijn tijd vrijelijk te beheren. De uit de onvoorspelbaarheid voortvloeiende onzekerheid heeft tot gevolg kan hebben dat de werknemer in een permanente staat van paraatheid verkeert. Het hof heeft ook met de factor pieperdruk geen rekening gehouden.

Commentaar

Deze casus maakt duidelijk dat in dergelijke gevallen de Europese rechtspraak een belangrijke rol speelt bij de behandeling van zaken door kantonrechter, gerechtshof en Hoge Raad. Er wordt in het oordeel verwezen naar uitspraken door het HvJ EU.
In dit geval wordt rekening gehouden met de beperkende factoren als de zeer korte reactietijd, het altijd oproepbaar zijn en het dragen van een uniform. De aanwezigheidsdiensten moeten dan ook als arbeidstijd worden gezien én betaald.


  • Zelf de uitspraak van de Hoge Raad lezen? Klik hier
  • Juridische ondersteuning nodig bij arbeidstijden en roosters? Neem contact op
  • Als OR aan de slag met arbeidstijden en roosters? Neem contact op