Nieuwe wet- en regelgeving in 2024

Op 1 januari treden traditioneel tal van nieuwe regels en wetten in werking. Een overzicht van wat er voor de OR van belang is.

Loon & vergoedingen

Introductie minimumuurloon

Op 1 januari 2024 vindt de formele introductie plaats van het wettelijk minimumuurloon. Dat uurloon is gebaseerd op een 36-urige werkweek; alle bestaande verschillen die er waren tussen het dag-, week- en maandloon op minimumniveau verdwijnen. Bovendien vindt op 1 januari de halfjaarlijkse indexatie van het wettelijk minimumloon plaats met 3,75 procent. Dat betekent dat het minimumuurloon voor werknemers die 21 jaar of ouder zijn, vanaf 1 januari 2024 € 13,27 bedraagt. Voor werknemers tussen de 15 en 20 jaar gelden vanaf 1 januari 2024 minimumjeugduurlonen:

  • 18 jaar: € 6,64 per uur
  • 17 jaar: € 5,24 per uur
  • 16 jaar: € 4,58 per uur
  • 15 jaar: € 3,98 per uur

Wet normering topinkomens

Het algemene bezoldigingsmaximum van Wet normering topinkomens (WNT) wordt jaarlijks aangepast aan de loonontwikkeling bij de overheid in het voorgaande jaar. Voor 2024 is het algemeen bezoldigingsmaximum vastgesteld op € 233.000.

Voor buitenlandse werknemers die onder de WNT vallen wordt de 30%-regeling versobert. Er komt een afbouw in de mogelijkheid om van deze regeling gebruik te maken: eerste 20 maanden: 30%, volgende 20 maanden: 20% en de laatste 20 maanden: 10%.

Transitievergoeding

De maximale transitievergoeding gaat in 2024 (naar verwachting) omhoog met € 5000 van € 89.000 naar € 94.000. Voor werknemers van wie het dienstverband buiten hun eigen schuld afloopt en een hoger jaarloon dan € 94.000 hebben, hebben recht op het maximum het jaarloon.

Hogere arbeidskorting

De arbeidskrapte wordt aangepakt als werknemers meer uren gaan werken. Om werken meer te laten lonen, gaat de arbeidskorting op 1 januari 2024 omhoog van € 5.052 naar € 5.532.

Werkkostenregeling (WKR)

De vrije ruimte van de werkkostenregeling wordt weer kleiner. De vrije ruimte over de eerste € 400.000 van de fiscale loonsom daalt van 3% naar 1,92%. Voor dat deel van de loonsom dat boven de € 400.000 uitkomt, blijft de vrije ruimte 1,18%. Dat betekent dat er mogelijk keuzes gemaakt moeten worden over de besteding van de WKR in de onderneming. Zet het tijdig op de overlegagenda, want overschrijding van het budget kosten de werkgever € 1,80 per te veel uitgegeven euro.

Jeugd-LIV wordt afgeschaft

Het jeugd-LIV wordt per 1 januari 2024 afgeschaft. Het jeugd-LIV is een jaarlijkse tegemoetkoming voor werkgevers met werknemers van 18 tot en met 20 jaar die het minimumjeugdloon verdienen. In 2024 betaalt de Belastingdienst nog wel het jeugd-LIV over de verloonde uren in 2023 uit.

Duurzaamheid, thuiswerken & vervoer

CO2-registratie werkgebonden personenmobiliteit

De inwerkingtreding van de CO2-registratie werkgebonden personenmobiliteit is met een halfjaar opgeschort: van 1 januari 2024 tot 1 juli 2024. De verplichte CO2-registratie betreft werkgevers met 100 of meer werknemers. Zij zijn vanaf de inwerkingtreding van het besluit verplicht gegevens aan te leveren over het zakelijk- en woon-werkverkeer. Werkgevers mogen ervoor kiezen om gewoon wél al op 1 januari 2024 met de rapportage te starten. Voor werkgevers die ervoor kiezen pas te starten op de dag dat de verplichting in werking treedt, dus 1 juli 2024, geldt dat de halfjaarlijkse uitkomst van 2024 geëxtrapoleerd wordt naar het hele jaar. Het grote doel van de registratie is een reductie van 1,5 megaton CO2 in 2030 (lees een eerder artikel hierover).

Vergoeding woon-werkverkeer/zakelijk verkeer

De maximale onbelaste reiskostenvergoeding gaat per 1 januari 2024 van € 0,21 naar € 0,23 per kilometer.

Thuiswerkvergoeding

De onbelaste thuiswerkvergoeding gaat per 1 januari 2024 omhoog, van € 2,15 naar maximaal € 2,35.

OV-kaart vergoeden of verstrekken eenvoudiger

Vanaf 1 januari 2024 mogen werkgevers – onder voorwaarden – onbelast een OV-kaart vergoeden of verstrekken. Voorwaarde is wel dat de werknemer de OV-kaart ook voor het woon-werkverkeer/zakelijke reizen gebruikt. Registratie van privé- en zakelijk gebruik is dan niet meer nodig om in aanmerking te komen voor de belastingvrijstelling; de vrijstelling voor OV-kaarten geldt als gerichte vrijstelling in de WKR.

Pensioen

Toetredingsleeftijd pensioenregeling

Met de komst van de Wet toekomst pensioenen is de ondergrens voor de pensioentoetredingsleeftijd per 1 januari 2024 gedaald naar 18 jaar. In de meeste pensioenregelingen is de toetredingsleeftijd nu nog 21 jaar. Dat betekent dat een werknemer vanaf 18 jaar pensioen kan gaan opbouwen.

AOW-leeftijd

De AOW-gerechtigde leeftijd in 2024 is 67 jaar. Deze was 66 jaar en tien maanden. De AOW-leeftijd blijft tot en met 2027 67 jaar, in 2028 stijgt die weer – tot 67 jaar en drie maanden. Ook in 2029 is de AOW-leeftijd 67 jaar en drie maanden (lees meer).

Bedrag ineens bij pensioen

De invoering van ‘het bedrag ineens’ is nogmaals opnieuw uitgesteld. Het keuzerecht ‘bedrag ineens’ zal niet eerder dan 1 januari 2025 in werking treden, waarbij de uiteindelijke datum afhankelijk blijft van de voortgang van het parlementaire proces. Met ‘het bedrag ineens’ kan een werknemer die met pensioen gaat (indien ingevoerd), maximaal 10% van het opgebouwde ouderdomspensioen in één keer laten uitbetalen.

Scholing

STAP en SLIM

Het STAP-budget vervalt per 1 januari 2024. Er is nog zo’n € 73.000.000 aan budget over. Dat wordt als extra budget toegevoegd aan de SLIM 2024-2027, de stimuleringsregeling voor leren en ontwikkelen in MKB-ondernemingen.

  • Juridische ondersteuning nog de invoering van nieuwe wetten en regelingen? Stuur een e-mail
  • Als OR aan de slag met de invoeringen van nieuwe wetten en regelingen? Stuur een e-mail