Tweede Kamer besluit over wetsvoorstel verplichte vertrouwenspersoon

Door het wijzigen van de Arbeidsomstandighedenwet moet het mogelijk worden dat elke werknemer een beroep kan doen op een sociaal veilige werkomgeving. Het wetsvoorstel moet er voor zorgen dat elke werknemer het wettelijk recht heeft een beroep kan doen op een vertrouwenspersoon. Ook wordt door het voorstel de positie van de vertrouwenspersoon versterkt.

Takenpakket vertrouwenspersoon

Elke vertrouwenspersoon krijgt een zestal taken om uit te voeren:

  1. het opvangen, begeleiden en adviseren van de werknemers uit de ondernemingen zo nodig doorverwijzen naar een professionele hulpverlenende instantie of hulpverlener;
  2. het zo nodig inschakelen van een deskundige of bemiddelaar bij conflicten die verband houden met ongewenste omgangsvormen;
  3. het adviseren over en behulpzaam zijn bij eventueel verder te nemen stappen door de werknemer en verlenen van nazorg;
  4. het signaleren van knelpunten in de uitvoering van het beleid, het verstrekken van inlichtingen over de mogelijkheden tot voorkoming en bestrijding van ongewenste omgangsvormen als en het geven van gevraagd of ongevraagd advies aan de werkgever en de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging;
  5. het geven van voorlichting ter zake van ongewenste omgangsvormen en informatie over de inhoud van de functie van de vertrouwenspersoon en diens bereikbaarheid;
  6. het jaarlijks uitbrengen van een verslag van bevindingen aan de werkgever en de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging.

Duidelijk is dat het een functie betreft die er niet ‘zomaar’ bij gedaan kan worden. De werkgever moet zorgen voor een onafhankelijke positie van de vertrouwenspersoon en moet er ook voor zorgen die die voldoende zijn toegerust (door middel van opleiding) om functie en bijbehorende taken te vervullen. Er wordt een uitzondering gemaakt voor het verplicht aanstellen van een vertrouwenspersoon als de werkgever werknemers arbeid laat verrichten van in totaal 40 uren per week. De uitzondering zorgt ervoor dat een particulier die wekelijks een huishoudelijke hulp heeft of zorg in koopt geen vertrouwenspersoon hoeft aan te stellen.

Instemmingsrecht OR regeling vertrouwenspersoon

De organisatie met betrekking tot de vertrouwenspersoon voor meldingen van werknemers over ongewenste omgangsvormen en de preventie en voorlichting ter zake vallen onder het instemmingsrecht van de ondernemingsraad (artikel 27, 1e lid, onderdeel d). De werkgever is verplicht de functie van vertrouwenspersoon onder de aandacht van het personeel te brengen.

Geleidelijke invoering wetsvoorstel

De wijzigingsnota van het wetsvoorstel maakt het mogelijk om de functie van vertrouwenspersoon gefaseerd in te voeren. Daarbij wordt rekening gehouden met de omvang van de onderneming.

  • grote organisaties met meer dan 250 werknemers – 4 maanden;
  • middelgrote organisaties met 50 tot 250 werknemers – 8 maanden;
  • kleine organisaties met 10 tot 50 werknemers – 12 maanden;
  • micro-organisaties met minder dan 10 werknemers – 16 maanden.

In de praktijk zullen veel ondernemingen al een vertrouwenspersoon (in- of extern) hebben. Soms kiezen bedrijven ervoor om voor elkaar een onafhankelijke vertrouwenspersoon te leveren, zodat personeel altijd bij iemand terecht kan die geen onderdeel van de dagelijkse werkomgeving uitmaakt. De bedoeling van deze oplossing is de drempel om contact te leggen met de vertrouwenspersoon te verlagen.


  • Zelf het wetsvoorstel lezen? Klik hier
  • Zelf de memorie van toelichting lezen? Klik hier
  • Brochure ‘Ongewenste omgangsvormen’ van de Nederlandse Arbeidsinspectie downloaden? Klik hier
  • Als OR aan de slag met de functie van vertrouwenspersoon in de onderneming? Stuur een e-mail