Actieprogramma seksueel grensoverschrijdend gedrag van start

De overheid is gestart met het  actieprogramma tegen seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld. Natuurlijk is elke werknemer verantwoordelijk om grensoverschrijdend gedrag – in welke vorm dan ook – achterwege te laten. Maar dat vraagt wel om een actieve rol van werkgevers, werknemers en ondernemingsraad om het ongewenste gedrag aan te pakken.

Het ‘Nationaal Actieprogramma Aanpak seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld’ is de overheid is opgezet, maar dat alleen succesvol kan zijn als alle betrokken partijen zich daarvoor inspannen. De overheid is er voor de wet- en regelgeving om ongewenst grensoverschrijdend gedrag met succes te kunnen aanpakken. Maar uiteindelijk zal het in de bedrijven en organisaties en door elke werknemer, leidinggevende, stagiair, vrijwilliger, ZZP-er moeten worden uitgedragen. Het veranderen van de cultuur vraagt om het elkaar aanspreken op ongewenst gedrag; daar spelen omstanders een grote rol in. Het actieprogramma haakt daar op in.

Meerjarenprogramma met vijf doelen

De overheid stelde een meerjarenprogramma  op en dat bevat vijf actielijnen om naar toe te werken:

  1. Gedeelde maatschappelijke waarden en normen over hoe mensen met elkaar om willen gaan zijn de basis voor het gedrag van mensen. Daar moet nog wel aan gewerkt worden.
  2. De (veranderende) normen zien we terug in de wet- en regelgeving. Er ligt er een wetsvoorstel dat strafbaarstelling van seksueel overschrijdend gedrag mogelijk moet maken.
  3. Organisaties hebben processen voor preventie, signalering en opvolging op orde. Voor een deel is dit geregeld in de Arbowet, maar mogelijk komen hier nieuwe verplichtingen bij.
  4. Iedereen herkent seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld en kan hierop reageren. Dit geldt voor slachtoffers, maar ook voor omstanders.
  5. Er is goede hulpverlening die makkelijk vindbaar is. Daarnaast moet hulpverlening ook toegankelijk zijn.

Taken voor de werkgevers en -nemers, en dus ook voor de OR

Vooral punt 3 en 4 doet een beroep op werkgevers en werknemers. Werkgevers moeten hun beleid op dat gebied op orde hebben en vervolgens óók uitvoeren om seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld op de werkvloer te voorkomen. Daarvoor is het nodig dat signalen worden opgepikt als er grenzen worden overschreden en dat er vervolgens actie ondernomen wordt.

De ondernemingsraad heeft instemmingsrecht op de regelingen die ten aanzien van de psychosociale arbeidsbelasting (PSA) worden ingesteld, gewijzigd of ingetrokken en hebben dan ook belangrijke rol bij dit beleid en de uitvoering ervan. In het verlengde daarvan moet natuurlijk duidelijk beleid worden vastgesteld als er waarden en normen worden overschreden. Bijvoorbeeld door de aanstelling van de vertrouwenspersoon en een onafhankelijke behandeling van de klacht door een klachtencommissie. Ook hier heeft de OR instemmingsrecht op de afspraken die daarover gemaakt worden.

De overheid initieert, maar op de werkvloer moet het gebeuren. De ondernemingsraad heeft daar een belangrijke taak in te vervullen.


  • Zelf de Infosheet Nationaal actieprogramma lezen? Klik hier
  • Zelf de Kamerbrief over ‘Nationaal Actieprogramma Aanpak seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld lezen’? Klik hier
  • Als OR aan de slag met het beleid voor het tegengaan van seksueel grensoverschrijdend gedrag? Stuur een e-mail