Werknemer behoudt tijd-voor-tijduren

Vooral aan het begin van de coronapandemie hebben werknemers minder uren gewerkt dan in hun arbeidsovereenkomst is opgenomen. Als een werkgeefster 24 uur in mindering brengt op het saldo van haar tijd-voor-tijduren stapt die naar de kantonrechter om dat teruggedraaid te krijgen.

Wat er aan vooraf ging

Bij de werkgeefster worden overuren uitbetaald of krijgen de werknemers er tijd-voor-tijduren voor. De werkgeefster laat per brief aan het personeel weten dat de – vanwege de coronacrisis – minder gewerkte uren worden verrekend met het saldo van de tijd-voor-tijd-uren. Bij de werkneemster worden 24 uur van het saldo afgeschreven.
De werkgeefster heeft gebruik gemaakt van de Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW). Aan de werknemers heeft de werkgeefster laten weten dat het loon voor de volle 100 procent wordt betaald en is gevraagd of ze hun positieve saldo van de tijd-voor-tijduren willen opmaken.
Vakbond FNV is het daar niet mee eens en stuurt een brief naar de werkgeefster om de afgeboekte uren terug te boeken. Daarop heeft de werkgeefster niet gereageerd. De werkneemster wil haar afgeboekte uren terug, de werkgeefster weigert.

Oordeel kantonrechter

De kantonrechter geeft zijn oordeel over de rechtmatigheid van het afboeken van de uren. De rechter ziet het niet kunnen werken van de werknemer door de coronabeperkingen als een ondernemersrisico. Een beroep op ‘onvoorzienbare omstandigheden’ is – wat de rechter betreft – niet aan de orde. Door het afboeken van de uren bij haar personeel wordt het ondernemersrisico bij de werknemers gelegd, en dat is niet juist. Ook de cao bevat geen bepalingen die het afboeken van de tijd-voor-tijduren rechtvaardigt. Het standpunt van werkgeefster dat geen enkele werknemer geprotesteerd heeft tegen het voorgestelde systeem van het registreren van minuren en zo mogelijk afboeken daarvan op het tijd-voor-tijd-saldo neemt de kantonrechter niet over. Als werkgeefster instemming had willen hebben, dan had zij dat expliciet aan iedere werknemer moeten vragen. Werkgeefster had daarom niet de minuren van werkneemster van haar tijd-voor-tijd-uren mogen afboeken. Werkgeefster moet 24 uur als zijnde nog te genieten tijd-voor-tijd-uren van werkneemster terugboeken.

Commentaar

De kantonrechter heeft naar de rechtmatigheid gekeken van het afboeken van de door de coronacrisis niet gewerkte uren. Uitgangspunt is en blijft dat het risico dat niet alle uren gewerkt konden worden voor rekening van de werkgever komt, en niet voor rekening van het personeel. Natuurlijk kan vrijwillig meegewerkt worden aan het afboeken van de uren, maar verplicht worden op dat te doen is niet toegestaan.


  • Zelf de uitspraak van de kantonrechter lezen? Klik hier
  • Als OR aan de slag met arbeidstijden? Stuur een e-mail