Ongewenst gedrag wordt te weinig gemeld bij vertrouwenspersoon
Maar 13 procent van de slachtoffers stapt naar de vertrouwenspersoon na ervaring met ongewenst gedrag. En van deze slachtoffers doet het overgrote deel geen officiële melding. Een direct verband leggen tussen het aantal meldingen en de mate waarin ongewenst gedrag voorkomt is dus niet mogelijk.
1 op de 8 werknemers
Uit de cijfers van onderzoeksbureau SBK Onderzoek en Advies blijkt dat 1 op de 8 werknemers ongewenst gedrag op de werkvloer mee maakt. Slechts 27 procent van de slachtoffers doet hun verhaal bij zijn of haar leidinggevende en maar 13 procent is naar een vertrouwenspersoon gestapt.
Bij ongewenst gedrag gaat het om ongewenste seksuele aandacht, intimidatie, lichamelijk geweld, pesten en discriminatie.
Ingrijpende effecten bij slachtoffers
Bij bijna een kwart van de medewerkers die ongewenst gedrag hebben meegemaakt is er sprake van minimaal 2 stressklachten. De helft van de slachtoffers geeft aan het plezier in het werk verloren te hebben en ruim 40 procent overweegt om van baan te veranderen. De directe gevolgen voor de organisatie zijn ook aanzienlijk, want ruim 1 op de 3 slachtoffers meldt minder goed gefunctioneerd te hebben en 1 op de 12 heeft zich om die reden ziekgemeld.
Daarmee is ongewenst gedrag voor de werkgever een aanzienlijke kostenpost. Een grote kans op personeelsverloop, lagere productiviteit en meer kosten door ziekmeldingen moeten sowieso betaald worden.
Te weinig meldingen
Hoewel 76 procent van de slachtoffers bij iemand (collega, leidinggevende, vertrouwenspersoon en/of iemand anders) terecht kon met wat zij hebben meegemaakt, doet slechts 27 procent hun verhaal bij de leidinggevende en maar 13 procent is naar een vertrouwenspersoon gestapt. Hiervan zal nog een kleiner percentage officieel melding hebben gedaan.
Tip voor de OR: check het aantal meldingen dat bij de vertrouwenspersoon is gedaan. Mogelijk is er meer aan de hand, ook bij een klein aantal meldingen.
Sociale steun
Het aantal meldingen van ongewenst gedrag binnen een organisatie is dus geen goede graadmeter voor een veilige werkcultuur. En van zo’n veilige werkcultuur is sprake als leidinggevenden ongewenst gedrag bespreekbaar maken en medewerkers elkaar aanspreken op ongepast gedrag.
Uit het onderzoek blijkt dat mannen minder snel naar collega’s stappen na een incident. Sociale steun is echter belangrijk na incident of traumatische ervaring. Vrouwen konden in 85 procent van de gevallen bij iemand terecht. Mannen voor 67 procent. Dat moet verbeterd worden.
Werk voor de OR
Elke werkgever is op grond van de Arbowet verplicht om de psychosociale arbeidsbelasting zoveel mogelijk te beperken. Daar hoort ook gericht beleid bij om ongewenst gedrag tegen te gaan én beleid om bij overschrijding daarvan slachtoffers te helpen en daders aan te pakken.
Zet het beleid op de overlegagenda. In het medewerkers (tevredenheids)onderzoek kan gevraagd worden naar ongewenst gedrag. Nodig de vertrouwenspersoon een keer uit om de opvang van slachtoffers te bespreken en bespreek met de bestuurder wat er nog meer gedaan kan worden om een veilig werkklimaat te creëren. Preventie heeft natuurlijk de voorkeur, maar ook sociale steun, traumaverwerking en klachtafhandeling moeten goed geregeld zijn.
- Zelf het rapport van SKB Onderzoek & Advies lezen? Klik hier
- Als OR aan de slag met grensoverschrijdend gedrag? Stuur een e-mail