Kantonrechter geeft geen vervangende toestemming

Aan de kantonrechter wordt door Arriva Personenvervoer Nederland B.V. vervangende toestemming gevraagd voor een door te voeren wijziging in haar vakantie- en verlofregeling. De centrale ondernemingsraad (COR) van de onderneming had eerder niet ingestemd met de voorstellen. Als de onderneming alsnog de regeling wil invoeren, dan is de vervangende toestemming van de kantonrechter noodzakelijk.

Bovengrens verlof

De werkgever wil een regeling gaan toepassen die gaat gelden voor alle medewerkers. De regeling bevat een duidelijke beschrijving van de verschillende soorten vakantie- en verlofdagen (inclusief verval- en verjaringstermijnen), een regeling over hoe moet worden omgegaan met vakantiedagen en ziekte en met een geoptimaliseerde verlofadministratie. Niets mis mee, maar de regeling bevat ook de mogelijkheid een rekenmodule om de bovengrens van de verlofuitstoot per vestiging te berekenen. De werkgever wil inzichtelijk krijgen hoeveel medewerkers er tegelijk op vakantie of met verlof kunnen en, als de bovengrens wordt overschreden, zal een vakantie- of verlofverzoek als de regeling van kracht is niet toegekend kunnen worden. De COR is niet akkoord met deze bovengrens en stemt niet in. Daarop stapt de werkgever naar de kantonrechter.

Wat zegt de wet?

Burgerlijk Wetboek artikel 7:638 lid 2: “Voorzover in de vaststelling van de vakantie niet is voorzien bij schriftelijke overeenkomst dan wel bij of krachtens collectieve arbeidsovereenkomst of regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan of de wet, stelt de werkgever de tijdstippen van aanvang en einde van de vakantie vast overeenkomstig de wensen van de werknemer tenzij gewichtige redenen zich daartegen verzetten. Indien de werkgever niet binnen twee weken nadat de werknemer zijn wensen schriftelijk heeft kenbaar gemaakt, schriftelijk aan de werknemer gewichtige redenen heeft aangevoerd, is de vakantie vastgesteld overeenkomstig de wensen van de werknemer.” Dat betekent dat een werknemer – tenzij anders in de cao of arbeidsovereenkomst geregeld – vakantie moet kunnen opnemen naar zijn keuze.

Oordeel kantonrechter

De kantonrechter pakt voor zijn oordeel de vakantiewetgeving het bovengenoemde artikel erbij. In het voorstel van de werkgever is de toekenning van de verlofaanvragen door werknemers tot aan de gestelde bovengrens gegarandeerd. Maar als die wordt overschreden, dan wordt een verlofaanvraag met de verwijzing naar de bovengrens geweigerd. De COR stemt niet in met deze bovengrens, omdat hij vindt dat een werknemer zelf moet kunnen bepalen wanneer vakantie opgenomen wordt, en als dat niet in vrijheid kan, dan zijn die dagen minder waardevol. Bijvoorbeeld omdat de partner dan geen vakantie heeft.

Werknemersbelang telt zwaarder

Nu met het voorgenomen besluit getornd wordt aan het wettelijk uitgangspunt dat de wensen van de werknemers leidend zijn bij het vaststellen van het tijdstip van verlof, vindt de kantonrechter het niet onredelijk te noemen dat de COR zich terughoudend opstelt waar het gaat om het maximaliseren van verlofmogelijkheden. Daarmee leggen de argumenten van de werkgever minder gewicht in de schaal dan die van de COR. De werkgever voert als argument aan dat bij ongewijzigde instandhouding van de vakantie- en verlofregeling zij niet in staat zal zijn om de bus- en treindiensten in piekperiodes volgens vaste dienstregelingen te draaien, omdat er teveel mensen te gelijk op vakantie zijn. Ook de huidige krapte in personeel wordt door de werkgever als argument genoemd. De kantonrechter vindt echter dat piekmomenten zich in alle bedrijfstakken voordoen, maar dat in dit geval niet getornd kan worden aan het wettelijk uitgangspunt dat de wensen van de werknemers voor het opnemen van zijn verlof leidend zijn.
De kantonrechter wijst het verzoek om vervangende toestemming af.

Commentaar

De kantonrechter heeft in deze casus principieel geoordeeld en de bepalingen over het opnemen van vakantie door een werknemer de doorslag gegeven t.o.v. de belangen van de werkgever. Het is natuurlijk mogelijk dat de werkgever naar het gerechtshof stapt om in hoger beroep alsnog haar plan te kunnen doorvoeren, en het is de vraag hoe er dán geoordeeld wordt.


  • Zelf de uitspraak van de kantonrechter lezen? Klik hier
  • Als OR aan de slag met een vakantie- of verlofregeling? Stuur een e-mail