Spreek een gedragscode ongewenste omgangsvormen af

De nieuwsberichten over de ongewenste omgangsvormen in organisaties zijn een goede aanleiding om met de bestuurder een gedragscode ongewenste omgangsvormen af te spreken. De code biedt duidelijkheid voor werkgever en werknemer welk gedrag gewenst en welk gedrag beslist ongewenst is. De OR heeft instemmingsrecht op zo’n gedragscode.

Gedragscode opstellen

  1. Zo’n gedragscode stel je met elkaar op. Denk aan HR, OR, vertrouwenspersoon en eventuele anderen als de bedrijfsarts of de bedrijfsmaatschappelijk werker.
  2. Houdt rekening met de diversiteit aan culturen en verschillende achtergronden in de onderneming. Bij het samenstellen van de werkgroep kan daar rekening mee gehouden worden.
  3. Start met het bespreken van de waarden die via de medewerkers door de organisatie uitgedragen moeten worden. Denk aan waarden als: respect, integriteit, professionaliteit, zorgzaamheid e.d.
  4. Zorg voor een code die niet alleen van toepassing is op medewerkers en leidinggevenden, maar ook voor bezoekers, cliënten, patiënten en gasten. Ook die horen zich aan de code te houden.
  5. In de gedragscode komen de volgende onderdelen te staan:
    • Geef aan welk gedrag gewenst en welk gedrag ongewenst is. Wat zijn daarvan de definities en geef voorbeelden;
    • Leg vast waar werknemers met klachten over ongewenst gedrag terecht kunnen. Meestal is dat via de vertrouwenspersoon naar de klachtencommissie;
    • Geef ook de sancties aan die van toepassing kunnen zijn bij het overtreden van de gedragscode;
    • Formuleer de code positief. Dus: omschrijf wat medewerkers vooral moeten laten zien aan gewenst gedrag, in plaats van wat ze allemaal verboden wordt.
  6. Check het concept van de code bij een aantal werknemers en vraag naar de reacties. Is het duidelijk, uitnodigend genoeg om er gehoor aan te geven?
  7. Denk met elkaar na over de vorm waarin de code in de onderneming wordt geïntroduceerd. Gewoon toevoegen aan het personeelshandboek is onvoldoende, want het moet bij iedereen duidelijk worden dat de gedragscode er is, wat de code inhoud en dat ze zich eraan moeten houden. Zet meerdere (visuele) communicatiemiddelen in om het doel te bereiken.
  8. Het werkoverleg is de geëigende plek om de gedragscode met de mensen op de werkvloer te bespreken. Zorg voor een duidelijke introductie van de code, bijvoorbeeld door een presentatie over de inhoud, of met een introductiefilmpje. Besteed ook aandacht aan de mogelijkheid om een klacht in te dienen, zodat iedereen weet dat dit kan en hoe en waar die klacht ingediend kan worden.
  9. Spreek een evaluatie af van de gedragscode en gebruik de uitkomsten om die te updaten als dat nodig is.

  • Zelf een voorbeeld van een gedragscode lezen? Klik hier
  • Als OR aan de slag met de gedragscode? Stuur een e-mail