Arbeidsovereenkomst OR-lid ontbonden

Elk OR-lid is beschermd tegen ontslag en overige benadeling. Toch lukt het een werkgever om met toestemming van de kantonrechter zijn een OR-lid en oud-OR-voorzitter te mogen ontslaan. Hoe is dat gegaan?

Voorgeschiedenis

De werknemer is sinds 2011 bij het bedrijf werkzaam en was tot 2021 voorzitter van de OR. Tegen hem is door een werknemer een klacht ingediend over ongewenst gedrag. Daarbij is gebruik gemaakt van een met instemming van de OR ingestelde klachtenregeling en de daarop ingestelde klachtencommissie. De klachtencommissie past hoor en wederhoor toe en komt tot het oordeel dat de klachtonderdelen – op één klachtonderdeel na – gegrond zijn. De werknemer weigert overleg over een paar werkgerelateerde zaken die buiten het onderzoek door de klachtencommissie onder de aandacht zijn gebracht. Daarop oordeelt de ondernemer dat er sprake is van een verstoorde arbeidsrelatie en dat het gewenst is om met behulp van een onafhankelijke derde partij naar een oplossing te zoeken. De werknemer weigert de mediaton, daarop stapt de ondernemer naar de kantonrechter om de arbeidsrelatie – zonder transitievergoeding – te laten ontbinden op grond van een verstoorde arbeidsrelatie (G-grond).

Oordeel kantonrechter

De kantonrechter vindt op grond van de dat er door de ingenomen standpunten van werkgever en werknemer een patstelling in de verhoudingen is ontstaan, en daarmee een onwerkbare situatie. Over en weer ontbreekt het vertrouwen en daarmee is er sprake is van een ernstig en duurzaam verstoorde  arbeidsverhouding.
De werkgever wil geen transitievergoeding betalen, omdat de werknemer consequent heeft geweigerd om inhoudelijk in gesprek te gaan over de klacht, geen mediation wilde en de integriteit van werkgever en leidinggevende in twijfel trok.
De kantonrechter gaat niet mee dat de werknemer ernstig verwijtbaar heeft gehandeld, en daarom mag de werkgever de werknemer ontslaan, maar moet wel een transitievergoeding betalen.

Commentaar

In dit geval is het OR-lid niet ontslagen als gevolg van zijn OR-werkzaamheden, maar als gevolg van een klacht door een personeelslid en als gevolg van zijn weigering om gesprekken daarover te voeren en akkoord te gaan met mediation. Het is aan de kantonrechter om te beoordelen of het ontslag niet met het OR-werk te maken heeft. In deze procedure is dat getoetst.
Omdat de weigering door de rechter als niet ernstig verwijtbaar is beoordeeld, krijgt de werknemer wel een transitievergoeding mee. Het is mogelijk om ontslagen te worden zonder transitievergoeding, maar dat kan alleen als de werknemer ernstige verwijten te maken zijn.