OR stapt op vanwege angstcultuur

Het per direct opstappen van de gehele ondernemingsraad van stoffenfabrikant Vlisco in Helmond is vooral een signaal van de heersende angstcultuur. Best een lastig dilemma om zo’n besluit te nemen, want daarmee zet de raad zich buitenspel als het om de aanpak van die angstcultuur gaat.

Breed voorkomende angstcultuur

De ondernemingsraad geeft in een persverklaring aan dat de raad geen andere uitweg ziet vanwege de angstcultuur in de organisatie. OR-leden zouden door leidinggevenden en de directie zijn bedreigd en geïntimideerd en onder druk gezet om bepaalde besluiten te nemen binnen de OR. Binnen de onderneming heerst een angstcultuur, een beeld dat door de vakorganisaties wordt bevestigd. Kritische werknemers worden geïntimideerd en er is een hoog ziekteverzuim.

De directie vindt dat er helemaal geen sprake is van een angstcultuur en reageert verrast op het aftreden van de OR. Ze laten wel een werknemersbelevingsonderzoek doen om de klachten serieus te nemen. Ook zal de directie OR-verkiezingen organiseren om een nieuwe OR te kiezen. Normaal gesproken doet de OR dat zelf, maar in dit geval kan dat niet omdat de raad is afgetreden.

Is het aftreden wel een goed besluit?

Het is de vraag of het direct aftreden van de ondernemingsraad een goed besluit is. Als signaal is het niet mis te verstaan, maar juist als er naar oplossingen gezocht moet worden is er geen werknemersvertegenwoordiging om daar invloed op uit te oefenen. Feitelijk heeft de directie een poosje vrij spel om te besluiten wat hun goeddunkt, zonder dat daarbij de WOR-procedures in acht genomen moeten worden.

Al eerder heeft de afgetreden OR conflicten met de directie uitgevochten, o.a. over de overname van de onderneming. Als laatste actie voor het aftreden heeft de raad geadviseerd om de overname te laten doorgaan, in de hoop dat de nieuwe eigenaar orde op zaken stelt en de angstcultuur aanpakt.


  • Als OR aan de slag met de (angst)cultuur in de organisatie? Stuur een mail