Eerder stoppen met werken door de RVU
Allerlei regelingen die het eerder stoppen met werken mogelijk maakten zijn in de loop van de jaren gesneuveld door de fiscale boete die wordt opgelegd als daar gebruik van wordt gemaakt. Het Pensioenakkoord heeft daar wat verandering in aangebracht, onder andere door de regeling vervroegde uittreding (RVU). Wat kan de OR met deze mogelijkheid?
Wanneer is sprake van een RVU?
Een regeling tussen werkgever en werknemer moet aan objectieve voorwaarden voldoen om in aanmerking te komen als RVU-regeling waarvoor geen eindheffing van 52 procent betaald hoeft te worden. De Belastingdienst toetst of de beëindigingsregeling als doel heeft een oudere werknemer – door middel van een overbrugging van de periode tot het ingaan van het pensioen of de AOW-uitkering – vervroegd te laten stoppen met werken. Bij deze beoordeling speelt dus mee of er sprake is van leeftijdsgerelateerd ontslag.
Wat zijn objectieve kenmerken?
Die objectieve kenmerken gaan vooral over de hoogte van de vergoeding. Per werknemer toetst de Belastingdienst of de (financiële) vergoeding uit de beëindigingsregeling voldoende is om de periode tot pensionering ook daadwerkelijk financieel te overbruggen.
Voorwaarden:
- De RVU-uitkering vindt plaats in de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2025;
- Voor de periode van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2028 geldt een uitloopperiode voor de afspraken die voor die datum zijn gemaakt;
- De drempelvrijstelling geldt zowel voor een uitkering ineens, als voor periodieke uitkeringen uit een RVU.
- De drempelvrijstelling is alleen van toepassing op uitkeringen uit een RVU die plaatsvinden in de periode vanaf 36 maanden voorafgaande aan de AOW-leeftijd van een werknemer.
- De drempelvrijstelling bedraagt maximaal € 1.847 (bedrag 2021) en wordt berekend per maand, aan de hand van het aantal maanden vanaf de (eerste) uitkering tot aan het bereiken van de AOW-leeftijd van de werknemer, met een maximum van 36 maanden. Bedraagt het (totale) bedrag van de uitkering(en) uit een RVU meer dan het bedrag van de drempelvrijstelling, dan is over het meerdere 52% RVU-heffing verschuldigd.
De nadelen van RVU
De drempelvrijstelling maakt het mogelijk dat de werkgever over drie jaar maximaal een bedrag van € 63.612 bruto (36 x € 1.847) aan de werknemer toekent, zonder dat daarvoor de eindheffing van 52% betaald moet worden. Normaal gesproken is dat bedrag aanzienlijk lager dan het normale maandloon van de werknemer. Ook speelt mee dat bij het beëindigen van het dienstverband de pensioenopbouw stopt. Werknemers zullen dus grondig voorgelicht moeten worden over de regeling.
Aanvullen RVU-uitkering
Er is een optie is om het pensioen vervroegd te laten ingaan, om daarmee de uitkering aan te vullen. Dit zorgt er echter voor dat de maandelijkse pensioenuitkeringen aanzienlijk lager worden, wat op de lange termijn nadelig is.
Een andere optie is het aanvragen van een WW-uitkering. Het ontvangen van een RVU-uitkering lijkt namelijk niet in de weg te staan voor het verkrijgen van een WW-uitkering. Met name bij deze optie kan een RVU-uitkering aantrekkelijk zijn. In enkele gevallen zal dit er zelfs toe leiden dat de werknemer er financieel op vooruitgaat. Voor de WW-uitkering gelden wel de gebruikelijke regels, zoals een sollicitatieplicht tot een jaar voorafgaand aan het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd.
Subsidieregeling voor gedeeltelijke financiering van RVU
De werkgever kan gedeeltelijk subsidie krijgen voor het dekken van de RVU-kosten op grond van de Maatwerkregeling duurzame inzetbaarheid en eerder uittreden (MDIEU). De subsidie is maximaal 25 procent van de RVU-kosten.
Acties van de ondernemingsraad
De werkgever is niet verplicht om aan de regeling mee te werken, dus als de OR een intentieverklaring met de werkgever kan afspreken om de RVU aan te bieden, dan is dat de eerste stap.
Zeker in organisaties met een vergrijzend personeelsbestand is het aannemelijk dat meerdere werknemers gebruik zouden kunnen maken van de RVU-regeling. In dat geval is het van belang dat de ondernemingsraad met de bestuurder afspreekt dat personeel zorgvuldig wordt geïnformeerd over de RVU-mogelijkheden en de risico’s en gevolgen voor de hoogte van de pensioenuitkeringen en wat de werkgever kan bijdragen aan de uitvoering van de regeling.
Een beetje haast is geboden, want de tijdelijke regeling is al op 1-1-2021 ingegaan en loopt tot 31-12-2025.
- Meer lezen over de voorwaarden van de Belastingdienst? Klik hier
- Als OR aan de slag met duurzame inzetbaarheid en de RVU-regeling? Stuur een e-mail