Geen vervangende toestemming kantonrechter voor het invoeren van een krapteregeling
Als de ondernemingsraad niet instemt met de invoering van een krapteregeling stapt de ondernemer naar de kantonrechter om vervangende toestemming te vragen. Die geeft de OR gelijk. Maar waarom krijgt de ondernemingsraad dat gelijk?
Invoeren krapteregeling
De ondernemingsraad van ambulancevervoerder Witte Kruis wordt gevraagd in te stemmen met de invoering van een krapteregeling. Het doel van de regeling is om in tijden van personeelskrapte toch goede patiëntenzorg te blijven leveren en voldoende ambulances beschikbaar te hebben. De Krapteregeling beloont de inzet van medewerkers voor een extra dienst tijdens de zomerperiode.
In de zomer van 2018 is zo’n regeling zonder de instemming van de OR ingevoerd. In 2019 is die instemming wel gevraagd en verkregen van zowel ondernemingsraad als vakbonden. Er is toen besloten om per 1-1-2020 met een ‘Werkgroep Krapteregeling’ te starten. In mei 2020 is een instemmingsverzoek aan de OR gedaan. De OR heeft niet ingestemd, zodat de ondernemer na nader overleg met de OR besloten om vervangende toestemming aan de kantonrechter te vragen.
Oordeel kantonrechter
De kantonrechter betrekt in zijn oordeel de motieven van zowel ondernemer als ondernemingsraad voor het invoeren van de krapteregeling.
Het Witte Kruis wil vooral kunnen voldoen aan de paraatheidseisen voor de ambulancezorg, maar heeft nagelaten om aan te tonen dat zonder de krapteregeling niet aan die eisen kan worden voldaan en dat er al eerder onoverkomelijke problemen in het paraatheidseisen zijn geweest.
Volgens de kantonrechter is de kostenbesparing door extra inzet van eigen personeel t.o.v. de inhuur van externe krachten geen op zichzelf staand belang bij de invoering van de krapteregeling.
De ondernemingsraad heeft een punt op de beperkende kraptedefinitie en de onbegrensde periode waarvoor de regeling van toepassing zou zijn.
De kantonrechter komt tot de conclusie dat de belangen van de ondernemingsraad zwaarder wegen dat die van de ondernemer, hoewel OR en ondernemer het eens zijn over het feit dat er gedurende het jaar periodes zijn waarin de personele bezetting te krap is. Het verzoek van Witte Kruis wordt afgewezen.
Commentaar
De kantonrechter zal vervangende toestemming geven als de ondernemingsraad onredelijk is geweest of als er aantoonbaar zwaarwegende bedrijfsbelangen (organisatorisch, bedrijfseconomisch, bedrijfssociale redenen) in het geding zijn.
In dit geval vindt de kantonrechter de aangedragen redenen van de ondernemer te mager en heeft de OR afdoende aangetoond dat de definitie te ruim en de onbegrensde periode waarop de regeling van toepassing zou zijn afdoende om de vervangende toestemming te weigeren.
De ondernemer kan er voor kiezen om in beroep bij het gerechtshof te gaan, maar ook om te proberen alsnog met de OR tot een akkoord te komen over de definitie van ‘krapte’ en de periode waarop de regeling van toepassing kan zijn.
- Zelf de uitspraak van de kantonrechter lezen? Klik hier
- Als ondernemingsraad aan de slag met het personeelsbeleid? Stuur een mail