Werkstress, óók tijdens de coronacrisis

De cijfers over de werkstress in Nederland liegen er niet om. Enquêtes door TNO en het CBS laten verontrustende cijfers zien. Maar liefst 37 procent van de werknemers geeft werkdruk of werkstress als reden op voor hun verzuim. Daarmee loont het om die werkstress en werkdruk te voorkomen. Daar kan de ondernemingsraad aan bijdragen.

De kille cijfers

De enquêtes van TNO en CBS laten duidelijk zien dat de werkstress en de verschillende oorzaken daarvan serieus genomen moet worden.

  • 43% van de werknemers ervaart een lage autonomie;
  • 38% ervaart te hoge taakeisen;
  • 29% heeft te maken met ongewenst gedrag van klanten, patiënten, leerlingen of andere externen;
  • Werknemers verzuimden 11 miljoen dagen in 2019;
  • Dat heeft de werkgevers gemiddeld € 9100 per werknemer gekost. Totaal: 3,1 miljard euro.

Lichtpuntjes

Maar er worden ook verbeteringen doorgevoerd. Bijvoorbeeld omdat 46 procent van de werkgevers de werkdruk als belangrijk arbeidsrisico onderkent en 37 procent van de werkgevers meer autonomie aan werknemers heeft gegeven om de psychosociale arbeidsbelasting (PSA) te verminderen.

Burn-out tijdens corona

Met de toename van het thuiswerken door de coronapandemie is – vooralsnog – het aantal burn-outklachten gelijk gebleven: 17% van de werknemers ervaart deze klachten zowel voor als tijdens corona. Er is – vooral voor ouders met jonge kinderen – wel een toename te zien van de disbalans in werk en privé: voor de werkers thuis steeg die disbalans, voor werkers op locatie nam die af.
Ook de concentratie voor de thuiswerkers kan een probleem zijn: 12 procent van de thuiswerkers heeft moeite om zich te concentreren, dat is 2x zo vaak als de collega’s op locatie. En van de thuiswerkers verzuimt 8 procent wegens vermoeidheid of concentratieproblemen.
De sociale steun is zowel voor als tijdens de crisis onverminderd hoog. Maar liefst 87 procent van de werknemers ervaart veel sociale steun vanuit hun leidinggevende.

Wat kan de ondernemingsraad doen?

De cijfers uit de enquêtes zijn een belangrijke indicatie voor wat de OR te doen staat. Sowieso heeft elke ondernemingsraad de wettelijke taak om de bevoegdheden zo laag mogelijk in de organisatie toe te kennen. Daarmee wordt de autonomie van werknemers vergroot. De raad kan in de vorm van een initiatiefvoorstel die voorstellen doen om medewerkers meer autonomie te geven.
Daaraan gaat vooraf dat onderzocht moet worden hoe de stand van zaken binnen de eigen organisatie is als het om PSA-klachten gaat. Een gesprek met de bedrijfsarts of arbodienst kan daar meer duidelijkheid over geven. De bedrijfsarts is ook degene die de raad van tips kan voorzien over de aanpak van de problemen en dan gericht op het voorkomen van burn-out en ander verzuim dat door PSA wordt veroorzaakt. Ook de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) en/of het medewerkersonderzoek (MO) zou inzage moeten geven in het welzijn van de werknemers. Er moet in die onderzoeken gericht gevraagd worden naar de PSA-problemen en de plannen van aanpak die uit deze arbo-instrumenten volgen zullen afdoende maatregelen moeten bevatten om de grootste problemen als eerste op te lossen. Door het instemmingsrecht van de OR op de RI&E en de plannen van aanpak heeft de raad alle kans om ook op deze manier wat aan de werkstress te doen.


  • Zelf de factsheet van TNO over de werkstress downloaden? Klik hier
  • Als ondernemingsraad aan de slag met de preventie van werkdruk en werkstress? Stuur een mail