Thuiswerken tijdens en na corona

Opnieuw zijn werknemers weer massaal gaan thuiswerken nadat de regering daartoe heeft opgeroepen. Zo hier en daar was daaraan voorafgaand al het nieuwe normaal ontstaan: een mix van thuis en op kantoor werken, met op kantoor alle maatregelen om het werk op 1,5 meter afstand te doen. Waar moet de OR op letten bij al dat thuiswerken?

Het is niet te verwachten dat iedereen weer op kantoor komt werken als het virus uiteindelijk onschadelijk is. Ook de gebruikelijke zakenreizen zullen verminderen, want waarom vliegen als je het met ZOOM of een ander videobelverbinding ook kunt doen.

Goede voorzieningen nodig

Als werknemers standaard een deel van de week gaan thuiswerken, dan moeten de voorzieningen om dat te doe toereikend zijn. Dat betekent deugdelijke apparatuur (bijvoorbeeld los toetsenbord, een of twee grote monitoren, dockingstation, deugdelijke laptop van de zaak, losse muis, camera, headset, printer, scanner) en een arbo-verantwoorde werkplek. Denk aan een ergonomische stoel, verstelbaar bureau, voldoende licht en verse lucht en een ongestoorde plek in huis. Een ochtendje werken aan de keukentafel is geen probleem, maar structureel het werk op die plek uitvoeren is geen aanbeveling.
Er zullen afspraken gemaakt moeten worden over de bereikbaarheid van medewerkers die thuiswerken, mogelijk door flexibele afspraken over hun arbeidstijden. 
Voor de werkgever betekent dit dat er investeringen gedaan moeten worden in hardware en arbomaatregelen, want de werkgever is verantwoordelijk voor de arbeidsomstandigheden, ook als de werknemer thuis aan het werk is.
De ondernemingsraad heeft instemmingsrecht op de arbeidstijdregelingen en op de te nemen arbomaatregelen. Daarnaast kan er sprake zijn van adviesrecht als er belangrijke investeringen nodig zijn om het thuiswerken mogelijk te maken. Vakorganisaties proberen in de nieuwe cao-afspraken de thuiswerkkosten verrekend te krijgen. Aandacht voor die kosten is zeker nodig als werknemers eigen spullen gebruiken om het werk te kunnen doen.
De mogelijkheid om thuis te kunnen en mogen werken maakt een werkgever tot een aantrekkelijke werkgever. De autonomie van de werknemer wordt er door vergroot.

Het kantoor als samenwerkingsplek

De online-borrels zijn geen goede vervanging van wat mensen met elkaar delen als ze elkaar op kantoor ontmoeten. De sociale interactie gaat via ZOOM of Teams behoorlijk verloren. Het kantoor of de werkvloer is de gebruikelijke plaats om die interactie wel te laten slagen. Maar het is ook kennis delen, brainstormen, overleggen of inspireren. Kortom: een plaats waar medewerkersbetrokkenheid kan ontstaan. Conclusie: we kunnen niet zonder ontmoetingen met collega’s en cliënten, dus een kantoor is en blijft nodig als ontmoetingsplaats. Het thuiswerk zal w.s. tot gevolg hebben dat de kantoren wel kleiner kunnen. Niet alle medewerkers hoeven gelijktijdig gehuisvest te worden, dus zo hier en daar kan er vast een verdieping af.

Professioneel eigenaarschap

Leidinggevenden zullen op een andere manier leiding moeten leren geven aan de werknemers waarvoor ze verantwoordelijk zijn. Dat vraagt bij de werknemers om professioneel eigenaarschap, waardoor ze zich verantwoordelijk weten voor inzet, tijdsbesteding en resultaat. Dat kan best gecombineerd worden met ‘asynchroon werken’, waarbij de werknemer steeds vaker zelf bepaalt of hij zijn werk in de ochtend, de late avond of het weekend doet. Een waarschuwing is ook op zijn plaats: het thuiswerken heeft ook tot een groter aantal burn-outs geleid. Het leren combineren van werk en privé binnen het eigen huis is niet altijd even foutloos gegaan. Werknemers moeten leren hoe ze flexibel kunnen werken zonder er zelf aan onderdoor te gaan.
Bij de leidinggevenden vraagt het om verbindende kwaliteiten en de vaardigheid om met de grotere autonomie van werknemers en teams om te gaan.
Voor de ondernemingsraad is het van belang om met de bestuurder afspraken te maken over de aansturing van thuiswerkend personeel en over de arbeidstijden van de thuiswerkers. Interessant – en misschien ook wel noodzakelijk – is het om afspraken te maken over het recht op onbereikbaarheid.

Schuiven met geld

Als de werkgever de arbeidsomstandigheden van al zijn kantoorpersoneel wil regelen, dan kost dat geld. Geld voor goedwerkende IT-voorzieningen en als het kantoor heringericht moet worden om van vaste naar flexibele kantoorplekken te gaan, dan moet daar ook de portemonnee voor getrokken worden. Anderzijds valt er ook wat te besparen door minder mobiliteitskosten, minder vierkante meters kantoorruimte die gehuurd hoeven worden e.d.
Werkgevers die mopperen over de kosten voor het werken thuis zien mogelijk niet de kosten die ze anderzijds kunnen besparen op huisvesting, lease-auto’s en zakenreizen.