Uitsluiten van het OR-werk
De Hoge Raad heeft onlangs een uitspraak gedaan over de uitsluiting van een OR-lid van zijn OR-werkzaamheden. Al eerder had de kantonrechter daarover een uitspraak gedaan en ondernemers en gemeenschappelijke ondernemingsraad gelijk gegeven. Vervolgens is in hoger beroep door het gerechtshof het OR-lid in het gelijk gesteld en nu is – in cassatie – de Hoge Raad aan de beurt om er een oordeel over te geven.
Kantonrechter
Wie de uitspraak van de kantonrechter leest (het leest als een soap), treft een verhaal aan over een OR-lid dat een eigen (vakbonds)agenda er op na houdt en zich niet aan gemaakte OR-afspraken kan en wil houden.
Bijvoorbeeld door tijdens de overlegvergaderingen zich niet aan in de OR gemaakte afspraken over woordvoerderschap en het stellen van vragen te houden. Bijvoorbeeld door het maken van een discriminerende opmerking over een collega met een donkere huidskleur. Bijvoorbeeld door insinuerende opmerkingen te maken over de vertrouwelijkheid van een WerkTevredenheidsOnderzoek (WTO) of de betrouwbaarheid van de directie. Of door een RvC-lid privé te mailen met zijn repeterende grieven in plaats van het secretariaat van de RvC daarvoor te benutten.
Het is een lange opsomming met daarin het gebrek aan – over en weer – vertrouwen en de onmogelijkheid om zich te committeren aan OR-afspraken en gemaakte afspraken voor het overleg met de bestuurder. De kantonrechter heeft dan ook het verzoek van ondernemer en ondernemingsraad gehonoreerd. Het betreffende OR-lid is voor de rest van de zittingsperiode uitgesloten van zijn OR-werkzaamheden.
Gerechtshof
Het gerechtshof draaide het besluit van de kantonrechter terug, nadat het OR-lid in beroep was gegaan. Eén van de argumenten was dat ieder OR-lid tijdens de overlegvergadering het woord moet kunnen voeren. In de OR was afgesproken dat er maar één woordvoerder namens de OR zou zijn. Volgens de rechter kan he niet zo zijn dat het daarmee voor de andere OR-leden verboden zou zijn om óók het woord te voeren, en… als ze dat toch doen het risico lopen om via de kantonrechter te worden ontheven van hun OR-werkzaamheden.
Hoge Raad
In een zeer uitgebreide uitspraak van de Hoge Raad (HR) blijft het eindoordeel van het gerechtshof overeind. Inmiddels is het een principezaak geworden, omdat de zittingstermijn van de ondernemingsraad al verstreken is. De Hoge Raad betrekt in de uitspraak ook buitenlandse jurisprudentie en heeft 228 voetnoten nodig om tot een oordeel te komen. Daarnaast wordt ook de wetgeschiedenis van de WOR over artikel 13 besproken. Ook eerdere uitspraken die door rechters gegaan zijn over het uitsluiten van een OR-lid komen worden meegenomen in de uitspraak, dat zelfde geldt ook voor de publicaties die juristen over deze uitspraken hebben geschreven.
In de uitspraak komt het geven van een laatste en ultieme waarschuwing aan het OR-lid aan de orde. Het geeft invulling aan het tweede lid van artikel 13 van de WOR: ‘Alvorens een verzoek in te dienen stelt de verzoeker de betrokkene in de gelegenheid over het verzoek te worden gehoord. De ondernemer en de ondernemingsraad stellen elkaar in kennis van een overeenkomstig het eerste lid ingediend verzoek’.
Lang verhaal kort: volgens de HR heeft het gerechtshof een verkeerde inschatting gemaakt bij het vormen van een oordeel over de toepassing van artikel 13. Maar de argumenten die de ondernemer heeft aangedragen om het oordeel van het gerechtshof te bestrijden worden door de HR niet overgenomen. Daarmee blijft de uitspraak van het gerechtshof overeind.
Het indienen van een verzoek aan de kantonrechter door ondernemer en/of OR om een OR-lid te ontheffen van een of alle OR-werkzaamheden zal uiterst zorgvuldig moeten verlopen. Sowieso moeten er feiten en bewijzen aan ten grondslag liggen en dient het OR-lid een ultieme waarschuwing te krijgen om zijn gedrag aan te passen en vervolgens ook de kans te krijgen ander gedrag te laten zien.
- Zelf de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland lezen? Klik hier
- Zelf de uitspraak van het gerechtshof lezen? Klik hier
- Uitspraak Hoge Raad lezen? Klik hier
- Als OR aan de slag met het functioneren van de raad? Stuur een mail