WOR zit niet in de weg om medezeggenschap te vernieuwen

Onderzoek in dertien case studies naar vernieuwende medezeggenschap laat zien dat de WOR geen problemen geeft bij die vernieuwing. Daarentegen zijn er andere factoren die deze vernieuwing laten falen of slagen.

Frank Tros, senior onderzoeker van het AIAS (Universiteit van Amsterdam) en Evert Smit, organisatieadviseur bij Basis & Beleid maakten een analyse van dertien case studies. In het merendeel van de casussen werden ook niet-OR-leden betrokken bij de medezeggenschap in de vorm van klankbordgroepen, participantennetwerken, contactpersonennetwerk e.d. Tegelijkertijd deed de OR het dan met minder zetels dan wettelijk vastgesteld en krijgt dan meer het karakter van een regie-OR. Door meer personen te betrekken bij de voorgenomen besluiten wordt het draagvlak groter en werkt de besluitvorming dynamischer.

OR: neem zelf regie

De onderzoekers adviseren de ondernemingsraden om zelf regie te nemen in de veranderingen in de vormgeving van de medezeggenschap. Een grondige analyse van wat goed gaat en wat beter kan geeft antwoorden op de richting die ingeslagen moet worden om de medezeggenschap te verbeteren.

Betrek flexkrachten in de medezeggenschap en onderzoek de belangstelling voor deelname aan voorbereidingscommissies of klankbordgroepen. Natuurlijk is de medewerking van de bestuurder nodig. Die zal – over het algemeen – wel in zijn nopjes zijn met een kleinere OR, maar moet ook extra middelen in tijd en geld beschikbaar stellen om medezeggenschap met meer participanten mogelijk te maken. En die zelfde medewerking is ook nodig door de toezichthouders als de Raad van Commissarissen (RvC) of Raad van Toezicht (RvT). Ook de contacten met de vakbonden zijn van belang, zeker als de OR een rol krijgt in de afspraken over de arbeidsvoorwaarden voor het personeel.

Maak duidelijke afspraken en… leg ze vast

De onderzoekers adviseren de afspraken over de veranderingen zorgvuldig vast te leggen. Het inleveren van faciliteiten door de OR en het vermeerderen van de mogelijkheden om uren voor niet-OR-leden in te zetten moeten duidelijk en op papier geregeld zijn. Het vooraf daarover onderhandelen is dan ook noodzakelijk. Dat geldt ook voor geheimhouding, bescherming tegen ontslag en overige benadeling, deskundigheidsbevordering e.d. De OR doet er goed aan om een concreet inwerkprogramma voor nieuwe medezeggenschappers – al dan niet OR-leden – te ontwikkelen. Het bevordert de kwaliteit van de medezeggenschap en de betrokkenheid bij wat er aan personeels- en organisatieontwikkelingen te beïnvloeden valt.

Afspraken met de bestuurder kunnen in de vorm van een ondernemingsovereenkomst worden vastgelegd (artikel 32 van de WOR). De ondernemer is verplicht een exemplaar ervan aan de bedrijfscommissie op te sturen.

Alles begint en eindigt met communicatie

Zowel OR als bestuurder moeten voldoende tijd en aandacht besteden aan de communicatie over de veranderingen in de vormgeving van de medezeggenschap. De achterban is vooral geïnteresseerd  in de behaalde resultaten, maar in dit geval is er óók aandacht nodig voor de manier waarop die resultaten door de medezeggenschap zijn behaald.

  • Zelf de onderzoeksmonitor inzien (Excel-bestand)? Klik hier
  • Zelf het rapport van de onderzoekers lezen? Klik hier
  • Als OR aan de slag met de vernieuwing van de medezeggenschap? Stuur een mail