OR niet akkoord met rooster
Roosters zijn belangrijk voor medewerkers. Ze bepalen wanneer er gewerkt moet worden en wanneer er vrije tijd is. Roosters beperken de autonomie van medewerkers om daar zelf keuzes in te maken en het is dan ook niet verwonderlijk dat ondernemingsraden in verweer komen als de roosters – naar hun idee – niet deugen. Dat deed ook de OR van een grote brandweerorganisatie.
Wat er speelde
De organisatie werkt met jaarroosters, zodat werknemers lang vooruit weten wanneer er gewerkt moet worden. De organisatie heeft bij de OR een instemmingsverzoek ingediend om voortaan vier keer per jaar een kwartaalrooster te maken en het werken jaarroosters los te laten.
De OR vindt dat medewerkers een jaar van te voren moeten weten wanneer er gewerkt moet worden en daardoor hun privé-afspraken tijdig kunnen regelen. Aan de kantonrechter werd gevraagd om te oordelen of de OR terecht niet heeft ingestemd met het voornemen van de bestuurder.
Oordeel kantonrechter
De kantonrechter heeft de afweging moeten maken of de belangen van de brandweerorganisatie zwaarder wegen dan het belang dat de OR heeft aangedragen. Het argument dat kwartaalroosters flexibiliteit in de roosters oplevert is door de OR bestreden. De raad vindt dat ook de jaarroosters die flexibiliteit óók mogelijk maken. Zo is hebben er in 2018 in 52.386 ingeroosterde diensten 30.682 mutaties plaatsgevonden, vaak door het ruilen van diensten. In de praktijk wordt er dus binnen het vastgestelde jaarrooster een apart rooster gemaakt en uitgevoerd. De ondernemingsleiding vindt dat ongewenst; ze willen dat het ruilen wordt beperkt. Er is aangetoond dat sommige medewerkers nog diensten tegoed hadden van collega’s die inmiddels uit dienst zijn.
Er bestaat een mogelijkheid om tot één maand voor aanvang dienst zonder extra kosten nog wijzigingen in het rooster door te voeren, maar de werkgever wil daar liever geen gebruik van maken. De bedrijfsleiding verwacht verzet tegen deze wijzigingen als dit middel vaak ingezet zal worden.
Volgens de kantonrechter heeft de ondernemer voldoende aangetoond dat met kwartaalroosters beter op de actualiteit ingespeeld kan worden en het de organisatie flexibeler maakt.
De ondernemer krijgt dan ook van de kantonrechter vervangende toestemming om de kwartaalroosters in te voeren, omdat de OR onredelijk is geweest door niet in te stemmen.
De OR heeft pogingen gedaan om naast de kwartaal roosters óók een jaarrooster te behouden. Volgens de ondernemingsraad was het jaarrooster nodig om te beoordelen of de Arbeidstijdenwet (ATW) in voldoende mate wordt nageleefd. Volgens de ondernemer is dat jaarrooster niet nodig, omdat de software van de kwartaalroosterplanner rekening houdt met de eisen van de ATW.
Daarnaast speelde er ook een verschil van mening over de vakantieroostering en niet-representatieve urenregistratie. Op dat punt heeft de kantonrechter ook een oordeel gegeven en de OR in het gelijk gesteld.
- Zelf de uitspraak van de kantonrechter lezen? Klik hier
- Als OR aan de slag met arbeidstijden en roosters? Stuur een mail