Medewerkers zeggen vertrouwen in bestuurder op

Dertig medewerkers van een zorginstelling stellen een brief op gevuld met klachten over het functioneren van de voorzitter van de Raad van Bestuur (RvB) en sturen die – met naam en toenaam ondertekend – naar de Raad van Toezicht (RvT).

Klokkenluidersbrief

De medewerkers ervaren een onveilige situatie op het werk en meerdere ondertekenaars hebben daardoor fysieke klachten gekregen en contact met de bedrijfsarts gezocht. In de bestuurder is er nauwelijks vertrouwen.

De RvT heeft de brief aan de RvB laten lezen, maar wel zodanig dat de namen van de ondertekenaars niet te zien waren. De RvT heeft na een gesprek met de RvB hierover besloten de brief te behandelen als een klokkenluidersbrief, zodat de anonimiteit van de afzenders gewaarborgd zou blijven.

De RvB heeft zich verzet tegen de status van klokkenluidersbrief, omdat ze zelf regie wilde voeren over de aanpak van de klachten. Met andere woorden: de RvB wilde weten wie de ondertekenaars van de brief zijn geweest. Mede door deze reactie van de RvB is het tot een botsing met de RvT gekomen en is de bestuurder op non-actief gezet. Na intern bedrijfsonderzoek is door de RvT besloten om de arbeidsovereenkomst te beëindigen en is daarover advies aan de ondernemingsraad gevraagd. De OR heeft vervolgens een positief advies gegeven en heeft de kantonrechter de arbeidsovereenkomst wegens een verstoorde arbeidsverhouding ontbonden. De ontslagen bestuurder gaat bij het gerechtshof in hoger beroep tegen haar ontslag.

Oordeel van het Gerechtshof

De oorspronkelijk brief van de 30 klagers bij de RvT is niet in het geding gebracht, zodat de rechter daar niet over oordeelt. Wel zijn er stukken besproken die verklaringen over de inhoud van de brief bevatten. De bestuurder voert aan dat ze niet de hele brief van de ondertekenaars heeft kunnen lezen (inclusief de namen van de ondertekenaars) en daartegen geen verweer heeft kunnen voeren. Dat heeft te maken met de klokkenluidersstatus die de RvT aan de brief gegeven heeft. De rechter oordeelt dat het belang van de melder terecht centraal heeft gestaan en dat het belang om een melding te doen zonder risico’s voor de eigen rechtspositie te lopen voorrang heeft. De RvT heeft terecht de brief als het melden van een maatschappelijke misstand beschouwd en het daarmee de status van klokkenluidersmelding gegeven.

Uit het onderzoek door de RvT bleek daarnaast dat de arbeidsverhoudingen – ondanks een selectief onderzoek – in de organisatie verstoord waren en herstel niet meer mogelijk was. De rechter oordeelt dat de kantonrechter terecht de arbeidsovereenkomst ontbonden heeft. De bestuurder krijgt wel een transitievergoeding mee, omdat er geen sprake is van ernstige verwijtbaarheid.

Klokkenluiders in de organisatie

Elke onderneming met meer dan 50 werknemers is verplicht een klokkenluidersregeling te hebben. De regeling moet het mogelijk  maken om een ernstige maatschappelijke misstand te melden. Denk daarbij aan fraude, omkoping, verboden prijsafspraken, milieudelicten e.d. In de wet staat dat er eerst een interne melding moet worden gedaan voordat een melding bij het Huis voor Klokkenluiders overwogen kan worden. Omdat in dit geval de melding over de RvB ging hebben de werknemers de melding bij de RvT gedaan en is heeft de RvT terecht de brief als klokkenluidersbrief behandeld.

De invoering of wijziging van een Klokkenluidersregeling is instemmingsplichtig.

  • Zelf de uitspraak lezen? Klik hier
  • Meer lezen over het Huis voor Klokkenluiders? Klik hier
  • Als OR aan de slag met een interne klachtenregeling en/of Klokkenluidersregeling ? Stuur een mail