Welk arbeidsrecht geldt bij een buitenlandse werkgever?
Als werknemers in dienst zijn bij een buitenlandse werkgever, vallen ze dan onder dat buitenlandse recht of onder Nederlands recht? De Nederlandse kantonrechter wist het antwoord op deze vraag en heeft de werkgever tot het betalen van tonnen aan vergoedingen veroordeeld.
De uitspraak van de kantonrechter is gedaan in de zaak van piloten tegen hun werkgever Ryanair.
De luchtvaartonderneming vindt dat het Ierse recht op de arbeidsovereenkomsten van piloten en cabinepersoneel van toepassing is, de kantonrechter in Nederland ziet dat toch echt anders.
In Europa zijn in Artikel 8 van de Verordening (EG) nr. 593/2008 (Rome-I Vo) afspraken gemaakt over welk recht waar van toepassing is en dat bij een individuele arbeidsovereenkomst het recht van toepassing is dat beide partijen (werkgever en werknemer) hebben gekozen. Wordt er geen keuze gemaakt, dan geldt het recht van het land waar vanuit de werknemer zijn werk doet. In het geval van Ryanair deed het personeel zijn werk vanaf Eindhoven Airport. Maar als er geen keuze over welk recht van toepassing is gemaakt, dan mag de werknemer er wat zijn rechten betreft niet slechter vanaf komen. Dus ook al is op de arbeidsovereenkomsten van de piloten het Iers recht van toepassing, de werknemer kan daardoor niet de rechtsbescherming worden ontnomen die de Nederlandse wet hen biedt.
Ontbindingsverzoek
Aan het ontbindingsverzoek – want dat vragen de piloten – gaat een heel verhaal en verschillende procedures vooraf. Ryanair sluit de basis op Eindhoven Airport, nadat de piloten tot twee keer toe hebben gestaakt. Volgens de piloten is de sluiting een straf om de stakers terug te pakken. De piloten willen dat hun arbeidsovereenkomsten ontbonden worden en dat ze – naast de transitievergoeding – ook een billijke vergoeding krijgen wegens ernstig verwijtbaar handelen door hun werkgever.
De kantonrecht oordeelt dat er sprake is van een duurzame ontwrichting van de arbeidsrelatie en ontbindt de acht arbeidsovereenkomsten. De kantonrechter is het ook eens met de piloten die vinden dat de werkgever ernstig verwijtbaar heeft gehandeld ten opzichte haar medewerkers. De basis op Eindhoven is gesloten ondanks een vonnis van de voorzieningenrechter en piloten zijn fors onder druk gezet om zich te laten overplaatsen of ontslag te accepteren. De werkgever heeft ook van de piloten geëist dat er inzage werd gegeven in de aanbiedingen die ze van andere luchtvaartmaatschappijen hebben gekregen, ook dat acht de kantonrechter niet redelijk.
De uitspraak van de kantonrechter verplicht te werkgever tot het betalen van de transitievergoedingen (tussen de 33.000 en 84.000 euro) aan de acht piloten. Daarnaast krijgen zes piloten ieder 350.000 euro, één piloot 400.000 euro en één piloot 425.000 euro aan billijke vergoeding toegewezen, totaal 2.925.000 euro.