Medezeggenschap vanuit de bedoeling

De ideeën van auteur Wouter Hart over de verdraaide organisatie hebben bij veel professionals en organisaties nieuwe inzichten opgeleverd. Een professional die – niet vanuit de systeemwereld – maar vanuit de bedoeling werkt zal onverdeelde aandacht hebben voor de cliënt en zich daarbij gesteund weten door wat er aan wetten en regels daarvoor is bepaald. Maar hoe ziet medezeggenschap vanuit de bedoeling eruit?

Twee werelden, één bedoeling

De ideeën van de ‘verdraaide organisatie’ hebben betrekking op twee werelden: de leefwereld en de systeemwereld. De leefwereld van alledag wordt vooral bepaald door de systeemwereld waarin procedures, verslaglegging, kwaliteitshandboeken en controles veel aandacht opeisen, zodat er te weinig vanuit de bedoeling wordt gewerkt. De bedoeling raakt daardoor uit beeld en we doen vooral de dingen die vanuit de systeemwereld gevraagd worden. Voor een ziekenhuis is het de bedoeling om patiënten gezond te maken, voor een school om de sociale en cognitieve ontwikkeling van kinderen te begeleiden.

De bedoeling van de medezeggenschap

Voor de medezeggenschap is het de bedoeling om het personeel te vertegenwoordigen bij het betere besluiten nemen voor personeel, organisatie en product (of dat nu zorg, een dienst of een tastbaar product is). En de aandeelhouder heeft ook een belang, diens bedoeling zal zijn dat er rendement gemaakt wordt door de organisatie. In de praktijk zal de bedoeling van de ondernemingsraad zichtbaar worden in het streven naar veilig en gezond werken, het bevorderen van gelijke behandeling, maatschappelijk verantwoord ondernemen (milieu, grondstoffen, energietransitie), duurzaamheid bevorderen (ook van personeel) en het bevorderen van welzijn en autonomie voor de werknemers.

Professioneel eigenaarschap

De basis voor het werken vanuit de bedoeling is het professioneel eigenaarschap. Daarin draagt de professional – op basis van veel vertrouwen vanuit het management – zelf verantwoordelijkheid voor denken en handelen. De professional mag zich in zijn werk gesteund weten door de regels uit de systeemwereld. Voor de ondernemingsraad zijn dat de Wet op de ondernemingsraden (WOR), maar ook Arbowet en Arbobesluit, het Burgerlijk Wetboek met daarin het arbeidsrecht en de vakantiewetgeving, de Arbeidstijdenwet of de Wet werk en zekerheid (Wwz). 

Al die wetten kunnen er in de praktijk voor zorgen dat de aandacht van de OR vooral uitgaat naar het juist volgen van de procedures en daarmee niet – of te weinig – vanuit de bedoeling werkt.

Het professioneel eigenaarschap van de ondernemingsraad is dan ook vooral een zaak van zelf verantwoordelijkheid nemen door vanuit de bedoeling van de medezeggenschap te werken en dat te blijven doen. De WOR geeft de verplichting aan elke ondernemer om voor een reeks besluiten advies aan zijn ondernemingsraad te vragen. En als zo’n adviesaanvraag niet komt, terwijl dat wel zou moeten, dan is het verleidelijk om je als OR te storten op de rechten die de raad vanuit de WOR heeft. Maar als de OR vanuit de bedoeling aan het werk gaat komt er – naast een verzoek om een adviesaanvraag – ook een ongevraagd advies om het voorgenomen besluit van de bestuurder te verbeteren. De volle aandacht van de OR moet dan gaan naar de inhoud van wat besloten worden en niet naar de regels die over het nemen van het besluit zijn afgesproken.

Staat de bedoeling ‘aan’ of ‘uit’?

Een handig hulpmiddel bij het bepalen of de OR daadwerkelijk nog vanuit de bedoeling aan het werk is of toch weer wordt opgeslokt door de systeemwereld is het antwoord op de vraag ‘staat de bedoeling ‘aan’ of ‘uit’.  Stel als OR jezelf de vraag of bij voorgenomen besluiten van de bestuurder, reacties van de achterban, maar ook reacties van de OR zelf de bedoeling ‘aan’ of ‘uit’ staat.

Met andere woorden: wordt hier een bijdrage aan de bedoeling van de organisatie geleverd of de systeemwereld bedient?’ Kortom: de bedoeling van de medezeggenschap is een bijdrage te leveren aan de kwaliteit van  besluiten die bijdragen aan de bedoeling van de organisatie. En als dat niet het geval is; hoe kan die bedoeling alsnog belangrijk worden in het besluit?

Medezeggenschap en organisatiemodel

De WOR laat heel veel ruimte om de medezeggenschap te laten passen bij het gekozen organisatiemodel. In een organisatie waarin professioneel eigenaarschap de basis is waarop medewerkers hun werk doen, kan de medezeggenschap vooral de regisseur zijn van de besluiten. Met deze regierol zorgt de OR ervoor dat de medewerkers zelf invloed kunnen hebben op de besluiten die hun eigen werk aangaan. Dus niet voor de werknemers, maar door de werknemers. Hier staat de bedoeling duidelijk ‘aan’, want het vergroten en versterken van de autonomie is één van de bedoelingen van de OR.

In een organisatie met zelfsturende teams kan de ondernemingsraad aansluiten bij deze organisatievorm door de teams medezeggenschap te geven op de besluiten die voor het team van belang zijn. Dat vraagt om maatwerk, want teams zijn niet hetzelfde en verschillen in wat er voor het team nodig of gewenst is in ondersteuning, teamontwikkeling e.d. Het ‘one size fits all’ bij het nemen van besluiten voor teams zal in veel gevallen niet werken, omdat teams niet hetzelfde zijn en verschillende (ondersteunings)behoeften hebben.

Tips voor medezeggenschap vanuit de bedoeling

  • Richt je als OR vooral op een inhoudelijke bijdrage aan de belangrijke besluiten;
  • Medezeggenschapsprocedures als het advies- en het instemmingsrecht zijn vooral een middel en maak ze daarom niet tot doel;
  • Werk aan een vormgeving van de medezeggenschap die past bij het organisatiemodel;
  • Garandeer als OR te allen tijde dat medewerkers worden betrokken bij de belangrijke besluiten over hun eigen werk, team, afdeling, vestiging e.d.;
  • Organiseer de medezeggenschap niet voor de medewerkers, maar door de medewerkers;
  • Check of de bedoeling wel ‘aan’ staat bij het nemen van besluiten door de bestuurder;
  • En werk er naar toe dat als dat niet het geval is, die bedoeling alsnog ‘aan’ komt te staan;
  • Bevorder de taakvolwassenheid en het professioneel eigenaarschap, zowel in de OR zelf als in de organisatie;
  • Benoem telkens wat de bedoeling van de OR is geweest bij het adviseren en instemmen in de motivatie die de raad daarover opstelt;
  • Bevorder de autonomie van medewerkers, maar ook die van OR-leden en OR-commissies en OR-projectgroepen;
  • Communiceer, communiceer, communiceer.