Ontslag door gebrek aan periodieke scholing?
Een technisch medewerker van een school duwt tot tweemaal toe bij een geschil een leerling. De werkgever ziet daarin voldoende grond om hem ontslag op staande voet te geven. De werknemer is het daar niet mee eens en stapt naar de kantonrechter.
De werknemer duwt de leerling nadat hij aan hem gevraagd heeft om een plastic boterhamzakje op te rapen en de leerling hem vervolgens uitscheld. De leerling dient een klacht in over de medewerker, waarom de medewerker op staande voet wordt ontslagen. De school is bij het aanzeggen van het ontslag volledig afgegaan om de verklaring van de leerling en op camerabeelden zonder geluid. Daardoor is de handelswijze van de groep jongens waarin de leerling zich bevond en die zich zichtbaar op de camerabeelden hautain en neerbuigend opstellen tegen de medewerker – volgens de kantonrechter – ten onrechte buiten beschouwing gelaten. Van de verklaring door de leerling dat zijn keel zou zijn dichtgeknepen door de werknemer is op de camerabeelden niets te zien
Oordeel van de kantonrechter
De kantonrechter oordeelt dat de werkgever – al jaren – heeft nagelaten om de werknemer periodiek te blijven scholen in het omgaan met agressie door de-escalerend gedrag te vertonen. Artikel 7:611a van het Burgerlijk Wetboek bepaalt sinds de invoering van de Wet werk en zekerheid (Wwz) dat een werkgever zijn werknemers in staat moet stellen de scholing te volgen die noodzakelijk is voor de uitoefening van hun functie en daar is in dit geval geen uitvoering aan gegeven.
De kantonrechter vindt dan ook dat er geen reden is voor ontslag op staande voet en dat de werknemer zijn arbeidsovereenkomst met de school kan voortzetten. De uitspraak wordt vervolgens kracht bijgezet door een dwangsom van 500 euro per dag, met een maximum van 50.000 euro als de uitspraak door de school niet wordt nageleefd. Ook moet de school het achterstallig loon van de medewerker betalen en een bruto/netto-vergoeding verstrekken en draait de school voor de proceskosten op.
Taak OR
De ondernemingsraad heeft instemmingsrecht op een regeling voor de personeelsopleiding. Die regeling moet er in ieder geval voor zorgen dat de werkgever zich minimaal aan de bovengenoemde verplichtingen uit het Burgerlijk Wetboek houdt. De OR kan de personeelsopleiding op de overlegagenda zetten om verbeteringen te bespreken met de bestuurder. Inmiddels is ook wel duidelijk dat de duurzame inzetbaarheid van (soms schaars) personeel wordt bevorderd door opleidingsmogelijkheden aan te bieden. Het zou een speerpunt voor het personeelsbeleid kunnen zijn.
- Zelf de uitspraak lezen? Klik hier
- Als OR aan de slag met het opleidingsbeleid? Stuur een mail