OR kan prima over arbeidsvoorwaarden onderhandelen
Volgens minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kan een ondernemingsraad best zelf onderhandelen met de bestuurder over een arbeidsvoorwaardenregeling (avr). Ondanks het gegeven dat de OR in een hiërarchische positie ten opzichte van de ondernemer staat en daarvan afhankelijk is. De aanleiding voor het stellen van vragen waren de afgesloten avr’s voor Jumbo, Action en Gall & Gall.
De minister heeft Kamervragen beantwoord naar de wenselijkheid dat er door de OR een avr wordt afgesloten in plaats van een cao door de bonden. De minister ziet wel dat de OR in een hiërarchische positie ten opzichte van de bestuurder staat en dat de bonden onafhankelijker zijn en meer ervaring hebben in het onderhandelen. Daarnaast zijn de wettelijke grondslagen voor de onderhandelingen anders. De OR onderhandelt vanuit de Wet op de ondernemingsraden (Wor), de bonden doen dat op grond van de Wet de collectieve arbeidsovereenkomsten (Wcao). Het recht van de bonden om namens hun leden over de arbeidsvoorwaarden te onderhandelen is ook in allerlei internationale verdragen vastgelegd. De cao-afspraken wegen dan ook zwaarden dan een avr.
Doorwerking in arbeidsovereenkomst van avr is anders
Een afgesloten avr is niet per se van toepassing op alle werknemers. Feitelijk moet elke individuele werknemer akkoord gaan met de afgesproken regeling. Dat komt doordat de avr een eenzijdige regeling is die door de werkgever met de OR is afgesproken, terwijl de cao een tweezijdige regeling is die door bonden en werkgever(sverenigingen) is afgesproken. Voor doorwerking van de avr in alle arbeidsovereenkomsten moet die avr daarin worden opgenomen. Daarbij ontstaat het risico dat de eenzijdig afgesproken avr door de werkgever ook eenzijdig gewijzigd kan worden zonder dat de OR om akkoord is gevraagd.
Een ander belangrijk onderscheid – volgens de minister – is dat bepaalde afwijkingen van wettelijke regelingen alleen via de cao afgesproken kunnen worden, via het zogenaamde driekwart-dwingend recht. Dat een meerderheid van de werknemers zich uitspreekt voor een bepaalde arbeidsvoorwaardenregeling doet juridisch niet ter zake en maakt het niet mogelijk van dat driekwart-dwingend recht gebruik te maken.