Forse risico’s door het werken met gevaarlijke stoffen
Ruim een miljoen werknemers hebben op het werk dagelijks te maken met gevaarlijke stoffen. Daardoor loopt 1 op de 6 werknemers risico om daardoor ziek te worden, soms zeer ernstig zoals astma, COPD en longkanker. Werkgevers dienen het personeel te beschermen tegen blootstelling aan gevaarlijke stoffen. In de praktijk is die bescherming lang niet altijd op orde. De recente Chroom-6-affaire waarin medewerkers van Defensie bloot werden gesteld aan een kankerverwekkende verf is daar een treurig voorbeeld van. Voor de ondernemingsraad zijn de gevaarlijke stoffen zeker de aandacht waard.
Jaarlijks overlijden zo’n 4100 mensen door beroepsziekten, waarvan bijna 3000 mensen door het werken met gevaarlijke stoffen. Als je dat aantal doden vergelijkt met het aantal verkeersslachtoffers per jaar (613 in 2017), dan valt dat aantal schrikbarend hoog uit. Veel ziekten komen pas na verloop van jaren aan het licht. Van alle sterfgevallen door werken met gevaarlijke stoffen bestaat 80 procent uit gepensioneerden en 20 procent uit werkenden. Veel stoffen hebben niet zo’n gevaarlijk imago, zoals houtstof of meelstof, maar zijn wel degelijk gevaarlijk bij inademing. Wat eenmaal in de longen terecht is gekomen kan er niet zomaar uit.
Veilig werken met gevaarlijke stoffen
Elk bedrijf waarin met gevaarlijks stoffen gewerkt wordt moet op grond van Arbowet en Arbobesluit inventariseren welke stoffen er gebruikt worden, hoeveel en hoelang werknemers daaraan blootgesteld worden en welke maatregelen genomen worden om blootstelling te vermijden. Daarnaast moeten werknemers grondig geïnstrueerd zijn over het veilig werken met gevaarlijke stoffen. Niet alleen het vaste personeel, maar ook tijdelijk personeel als uitzendkrachten of vakantiewerkers. De werkgever moet er vervolgens ook op toezien dat de benodigde maatregelen ook worden uitgevoerd.
En dat het in de praktijk nog lang niet op orde is blijkt uit de resultaten van Inspectie SZW: maar 15 procent van de bedrijven waarin met gevaarlijke stoffen wordt gewerkt had de verplichte volledige inventarisatie van de gevaarlijke stoffen. En van de hoogrisicobedrijven heeft 80 procent geen deugdelijke beoordeling gemaakt van de blootstelling aan gevaarlijke stoffen door werknemers.
Een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) dient duidelijk te zijn over de gevaarlijke stoffen in het bedrijf. Daaruit zou ook moeten blijken of aanvullend onderzoek nodig is, zodat passende maatregelen genomen kunnen worden om blootstelling te vermijden of te verminderen.
Werkgevers zijn verplicht om de aard, mate en duur van blootstelling te registreren voor de volgende zaken: gevaarlijke stoffen, kankerverwekkende en mutagene stoffen, biologische agentia, lawaai, kunstmatige optische straling en elektromagnetische velden. Voor werknemers die met deze stoffen of straling werken moeten een individuele blootstellingsregistratie worden bijgehouden. Dit blijkt in de praktijk nauwelijks gedaan te worden. Uitzonderingen zijn de grote bedrijven in de chemische sector en de academische ziekenhuizen. Daardoor weet de werknemer zelf niet waaraan hij is blootgesteld, maar ook de bedrijfsarts niet. Zijn advies kan dan ook niet op maat zijn.
Benut de OR-bevoegdheden
De wetgever heeft de ondernemingsraad ruime bevoegdheden gegeven om invloed te hebben op de besluiten die er voor de arbeidsomstandigheden genomen worden. Denk aan het instemmingsrecht op de RI&E en het daaruit voortvloeiende Plan van aanpak (PvA). Check de RI&E op het onderdeel over de gevaarlijke stoffen en op de maatregelen die in het PvA genomen zijn om blootstelling te beperken of helemaal te voorkomen. Bijvoorbeeld door alternatieve middelen te gebruiken die minder schadelijk zijn. Checken of er met gevaarlijke stoffen gewerkt wordt kan via de Stoffencheck app. De app laat zien welke stoffen gevaarlijk zijn, wat je moet doen om contact daarmee te voorkomen of te beperken. Bespreek met de bedrijfsarts hoe er met de gevaarlijke stoffen in het bedrijf wordt omgegaan en hoeveel zicht hij/zij heeft op deze stoffen. Ook beroepsziekten die daardoor kunnen ontstaan kan de ondernemingsraad met de bedrijfsarts bespreken. De arts is verplicht om geconstateerde beroepsziekten te melden bij het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten.