Eenzijdig pensioenregeling wijzigen mag

Dertien jaar na een eenzijdige wijziging van hun pensioenregeling stappen 14 werknemers naar de rechter om dat besluit aan te vechten. Ze vinden dat ze door het besluit in hun pensioen worden benadeeld en willen dat een eerdere pensioentoezegging wordt gehandhaafd.
 
De pensioenregelingen in het bedrijf zijn complex, onder meer door fusie en het niet meer verplicht deelnemen aan een bedrijfstakpensioenfonds. In 2004 heeft de werkgever eenzijdig besloten om van een hybride streefregeling te komen tot een pensioen op basis van een beschikbare premieregeling. De werkgever wilde op dat moment de verschillende pensioenregelingen die op dat moment in het bedrijf in gebruik waren harmoniseren, maar wilde ook aan gewijzigde wet- en regelgeving voldoen. 
De centrale ondernemingsraad (COR) heeft destijds met de regeling ingestemd. Volgens de 14 bezwaarmakers omdat de raad destijds onjuist en onvolledig zou zijn ingelicht. Volgens de kantonrechter is dat – onder meer op grond van de notulen uit die tijd – niet het geval en wist de COR dat ook de pensioenregeling voor de 14 werknemers daarvan onderdeel zou uitmaken. De 14 willen hun oude eindloonregeling terug in plaats van de beschikbare premieregeling.
 

Oordeel kantonrechter

De kantonrechter oordeelt dat een pensioenregeling – vanwege de lange looptijd – te maken kan krijgen met een veelheid van omstandigheden die aanleiding of noodzaak opleveren om de regeling meer of minder ingrijpend te wijzigen als onvermijdelijk. Daarbij horen ook de structuur van de onderneming, verandering van maatschappelijke opvattingen, wijziging van wet- en regelgeving en wijziging van beleid en economische en (rente-)ontwikkelingen. 
Het besluit in 2004 van de bestuurder om de pensioenen aan te passen wordt niet als onredelijk gezien. De werknemers moeten dat besluit accepteren en worden gezamenlijk veroordeeld tot het betalen van de proceskosten.
 
  • Zelf de uitspraak lezen? Klik hier
  • Als OR aan de slag met pensioenregelingen? Klik hier