Zetelverdeling moet een goede toepassing van de wet bevorderen

Als acht ondernemers een groepsondernemingsraad (GOR) willen instellen blijkt één van de ondernemingsraden het niet eens met de zetelverdeling. Uiteindelijk start die een procedure bij de kantonrechter omdat hij een evenredige verdeling van de zetels wil over de betrokken bedrijven, waarbij rekening gehouden wordt met het aantal in de onderneming werkzame personen.
Het overzicht aan ondernemingen met de in de onderneming werkzame personen ziet er als volgt uit:

Onderneming     Aantal werknemers Aantal zetels Aantal werknemers per zetel
Onderneming 1 130 2 65
Onderneming 2 73 2 36,5
Onderneming 3 654 3 218
Onderneming 4 324 2 162
Onderneming 5 570 3 190
Onderneming 6 1040 4 260
Onderneming 7 288 2 144
Onderneming 8 231 2 115,5
Totaal 3310 20
De raad van onderneming 6 is het niet met de verdeling eens. Zo moeten ze één zetel onder 260 medewerkers ‘verdelen’, terwijl bijvoorbeeld onderneming 2 die zetel onder 36/37 medewerkers kan ‘verdelen’. Daarom is er geen sprake van een evenredige verdeling van de beschikbare zetels en willen er minsten vijf.
Volgens de ondernemers is die evenredigheid niet per se noodzakelijk, zolang er maar sprake van representativiteit is. Ook hebben ze rekening gehouden met de omvang en complexiteit van de aansturing van de onderneming. Ze geven ook aan dat de rest van de ondernemingsraden zich wél kunnen vinden in de voorgestelde zetelverdeling.

Oordeel kantonrechter

Volgens de kantonrechter bevat de Wet op de ondernemingsraden (WOR) geen specifieke norm voor de zetelverdeling in een groepsondernemingsraad. De WOR bepaalt dat de verschillende groepen van de betrokken ondernemingen zoveel als mogelijk in de GOR vertegenwoordigd moeten zijn en dat het reglement van de GOR een dergelijke bepaling daarover dient te bevatten. De kantonrechter vindt dat de ondernemers bij hun voorstel rekening gehouden hebben met deze representativiteit in combinatie met de omvang van de ondernemingen en de internationale aansturing. Uitsluitend de verdeling bepalen op grond van de omvang van de ondernemingen is niet voldoende. In dit geval is ook daar door de ondernemers naar gekeken, maar ook naar de andere factoren. De ondernemingsraad van onderneming 6 verliest zijn procedure.

Commentaar

Natuurlijk ligt een verdeling op grond van werknemersaantallen per onderneming voor de hand, maar in de praktijk levert dat soms problemen op. Uit de uitspraak van de kantonrechter wordt duidelijk dat er naast de evenredige vertegenwoordiging ook andere factoren meegewogen moeten worden. Het feit dat de andere 7 ondernemingsraden met de voorgestelde verdeling van zetels akkoord zijn gegaan zal in dit geval ook een rol hebben gespeeld.
Uitspraak: Rb. Zeeland-West-Brabant 21 december 2017 – zaaknummer 6185067 OV EJ 17-8339

Als OR aan de slag met het vormgeven van de medezeggenschap? Klik hier