Kleine wijzigingen van werkkostenregeling in voorbereiding
De werkkostenregeling (WKR) gaat niet grondig op de schop. Volgens staatssecretaris Snel van Financiën volstaan een paar kleine wijzigingen om de regeling beter te laten werken. Hij komt tot die conclusie op grond van de evaluatie van de WKR die door een onderzoeksbureau in opdracht van het kabinet is uitgevoerd.
Drie conclusies
Het rapport komt tot een drietal conclusies:
- In de praktijk blijkt de WKR niet tot een afname te hebben geleid van de administratieve lastendruk, maar blijkt ook niet complexer dan de oude regels voor verstrekkingen en vergoedingen.
- Veruit de meeste werkgevers zorgen ervoor binnen de belastingvrije ruimte van 1,2 procent van de loonsom te blijven, zodat ze niet de 80% eindeheffing hoeven te betalen. Als de vrije ruimte wel overtreden wordt, dan komt dat meestal door een bedrijfsfeest of een bedrijfsjubileum.
- Het noodzakelijkheidscriterium blijkt goed te werken. Daardoor kan de werkgever aan zijn personeel smartphones, tablets, laptops e.d. aan zijn personeel verstrekken als die voor het werk van de werknemer noodzakelijk zijn. Als de werknemer privévoordeel heeft van deze verstrekking, dan hoeft dat niet tot loon gerekend te worden.
Voorstellen tot wijziging
De Staatssecretaris Snel een paar kleine vereenvoudigingen van de WKR voor.
- Vergoedingen en verstrekkingen waarvoor nu een gerichte vrijstelling geldt, hoeven niet langer te worden aangewezen als eindheffingsbestanddeel;
- De werkgever mag het loonvoordeel uit de verstrekking van maaltijden via een steekproef vaststellen. Dat hoeft dus niet meer voor elke individuele maaltijd en dat scheelt heel wat gedoe met de verantwoording;
- Er wordt opnieuw een normrente ingevoerd om het voordeel van personeelsleningen te berekenen, in plaats van de marktrente die de werkgever nu moet bijhouden;
- Het Handboek Loonheffingen moet meer duidelijkheid gaan geven over de combinatie van een eigen bijdrage van werknemers en het noodzakelijkheidscriterium. Dat is bijvoorbeeld het geval als de werknemer een duurdere smartphone zou willen dan het bedrijf ter beschikking wil stellen. De meerprijs moet van het nettoloon van de werknemer worden ingehouden.
Het is nog niet bekend wanneer de wijzigingen ingaan.