Staken om je recht te halen

Elke werknemer in Nederland heeft het recht om te staken. Natuurlijk met de bedoeling om de wensen of eisen van het personeel kracht bij te zetten. Volgens de regel ‘geen arbeid, dus geen loon’ krijgt de werknemer voor zijn stakingsuren geen loon, maar daarop is wel een uitzondering mogelijk. En wat is de rol van de OR bij een staking?
 
In veel gevallen wordt de staking door de vakorganisaties georganiseerd. Elke geregistreerde staker ontvangt dan meestal uit de stakingskas van de bond een uitkering die het gemis aan loon moet compenseren. Een echte stakingswet is er niet. In 1986 heeft de Hoge Raad besloten dat het Europees Sociaal Handvest in Nederland rechtstreeks werkt en daarin is het stakingsrecht opgenomen.
 
Werkwilligen hebben een bijzonder positie
In bijna alle gevallen zijn er werknemers die niet mee willen doen aan de staking. Maar deze werkwilligen kunnen soms door die staking hun werk niet doen en verrichten dan ook geen arbeid. 
Als de staking als doel heeft om de arbeidsvoorwaarden te verbeteren, dan gelden die verbeteringen ook voor de werkwilligen en hebben daardoor óók profijt van de staking. In dat geval hoeft de werkgever geen loon te betalen voor de uren waarin geen arbeid is verricht.
Bij een (korte) wilde staking wordt de werkwillige als een buitenstaander gezien en moet de werkgever hun loon gewoon doorbetalen. 
Soms oordeelt de kantonrechter dat de werkgever vanuit goed werkgeverschap de lonen moet doorbetalen. Bijvoorbeeld als ze dat bij eerdere stakingen ook hebben gedaan. In dat geval mogen werknemers er van uitgaan dat hun loon – ook in dit geval – wordt doorbetaald.
 
De OR en staking
Doorgaans zal de ondernemingsraad niet de initiatiefnemer van een staking zijn. Het is immers het uiterste middel om doelen gerealiseerd te krijgen en wordt er vaak eerst  ‘gepolderd’ om tot resultaat te komen.
Meestal zijn het de bonden die een staking organiseren om cao-onderhandelingen met goed gevolg te kunnen afronden. De OR kan in zo’n geval het initiatief ondersteunen; ook door afspraken te maken dat eventuele werkwilligen die door de staking niet kunnen werken ook via de stakingskas betaald kunnen worden als de werkgever hun loon niet wil doorbetalen. Doorgaans krijgen alleen de vakbondsleden uit die kas betaald (daar hebben ze door hun contributie ook aan bijgedragen). 
Soms is de OR bij een wilde staking betrokken. Doorgaans wordt zo’n staking ingezet om een acuut probleem op te lossen, zoals om maatregelen af te dwingen om overvallen op of geweld tegen buschauffeurs te stoppen. Ook in dat geval is het zaak om – ondanks de emoties – heldere afspraken te maken. Als de bonden de staking niet steunen is er ook geen geld uit de stakingskas en lopen de stakers daadwerkelijk risico dat hun niet gewerkte uren van het loon worden ingehouden. Het is van belang dat de stakers dat van tevoren weten.
 
Zelf als OR aan de slag met het verbeteren van de arbeidsvoorwaarden? Klik hier