OR-scholing vraagt vooral om actie door de OR

Minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) vindt dat ondernemingsraden meer werk moeten maken van hun eigen scholing. Dat schrijft hij naar aanleiding van het in oktober vorig jaar gepubliceerde rapport over scholing van ondernemingsraden. Maar liefst driekwart van de ondernemingsraden benut de rechten op scholing en vorming niet volledig.
 
Aanleiding voor het onderzoek was de afschaffing in 2013 van de voor werkgevers verplichte heffing aan de Belastingdienst van 0,01 procent van de bruto loonsom voor scholing en vorming van OR-leden. Tegelijkertijd werd toen in de WOR het scholingsrecht van OR-leden op kosten van de werkgever versterkt, maar werd ook de bijdrage voor scholing à € 420 per dagdeel door het GBIO afgeschaft. Volgens het onderzoek door de Radboud Universiteit is deze wijziging van de WOR niet of nauwelijks van invloed geweest op de mate van scholing.
De oorzaak voor het minder benutten van de scholingsmogelijkheden is vooral het gevolg van de economische crisis en de werkdruk, maar komt ook door de wisselende behoefte aan scholing. Kleine ondernemingsraden scholen zich het minst en een derde van de OR-ren vinden zelf dat ze zich onvoldoende scholen.
 
Ondernemingsraden zonder ontwikkelingsplan
Maar liefst twee derde van de ondernemingsraden heeft geen ontwikkelingsplan – als het er wel is – is dit zelden concreet ingevuld en uitgewerkt. Asscher wil graag dat de ondernemingsraden zelf een visie op hun eigen scholingsbehoefte hebben.
 
Betere aansluiting
OR-leden die wel  met scholing zijn bezig geweest zijn tevreden over de verbinding tussen de cursussen en de eigen bedrijfssituatie. Ze zijn ook goed te spreken over het inspelen van de opleiders om de wensen van de OR. Bestuurders en ondernemingsraden zien scholing en vorming voor de OR als nuttig en effectief.
De Commissie Bevordering Medezeggenschap (CBM) komt dit voorjaar met een stappenplan om ondernemingsraden te helpen bij het opstellen van een scholingsplan. Ook cursusleiders kunnen daarbij behulpzaam zijn om de scholingswensen op het gebied van kennis, visie, vaardigheden en samenwerking te inventariseren en daar een plan voor te maken. Het CBM ontwikkelt ook een koerskaart die ondernemingsraden kunnen inzetten om hun werkzaamheden voor het zittingsjaar of de zittingsperiode in belangrijkheid te ordenen.
Elke ondernemingsraad heeft recht om minimaal 5 scholingsdagen per jaar. Voor OR-commissies geldt daarnaast nog eens het minimum van 3 scholingsdagen per jaar.
 
  • Zelf het rapport ‘Ontwikkelingen in scholing van ondernemingsraden’ downloaden? Klik hier
  • Zelf aan de slag met een OR-scholingsplan? Klik hier