Beroerd werkgeverschap bij uitvaartonderneming
Als 130 uitvaartverzorgers bij een uitvaartonderneming boventallig worden verklaard en vervolgens moeten solliciteren op een nieuwe functie uitvaartverzorger ‘Nieuwe Stijl’, stappen de bonden naar de rechter. Die oordeelt dat de onderneming onzorgvuldig personeelsbeleid heeft gevoerd door van werknemers te vragen in een korte tijd over hun sollicitatie te beslissen. Maar tegelijkertijd kan de stoelendans om de nieuwe functies vooralsnog doorgang vinden.
Al eerder hadden de bonden het aan de stok met de werkgever en de ondernemingsraad. Bij de kantonrechter eisten ze informatie over de reorganisatie en inzage in de adviesprocedure zoals die door bestuurder en ondernemingsraad is gevoerd.
Volgens de vakbonden is de procedure van het boventallig verklaren van alle uitvaarverzorgers en ze vervolgens te laten solliciteren op de functie uitvaartverzorger ‘Nieuwe Stijl’ een ontoelaatbare stoelendans. Volgens de kantonrechter is er geen sprake van uitwisselbaarheid in functies omdat die te veel van elkaar verschillen, maar hij laat het oordeel daarover aan het UWV. Die zal een oordeel moeten vellen als via de werkgever daar verzoeken tot het opzeggen van de arbeidsovereenkomst van een uitvaartverzorger binnenkomen.
De bonden maakten bezwaar tegen het verplicht moeten solliciteren naar de – in hun ogen – eigen functie, maar ook tegen de korte tijd die de uitvaartverzorgers hadden om te beslissen of ze in de nieuwe functie willen werken en assessments moesten doorlopen. Voor dat laatste krijgen de bonden gelijk, maar er worden geen gevolgen aan dat oordeel verbonden door de rechter.